www.vanterve.nl
Deze twee naambordjes staan tegenover elkaar aan het begin van de 2e Ebbingestraat


Waar komt de naam "Ebbingestraat" in Kampen vandaan?

Door het verplaatsen van de stadsmuur in 1460 was er licht aflopend land binnen de stadsmuur gekomen. Hierdoor ontstond langs de binnenkant van de nieuwe wal een stinkend en ongezond afwateringskanaal met daarnaast een voetpad.
In 1870 heeft de gemeente van de drie min of meer zelfstandige sloten één sloot gemaakt met een waterinlaat bij de Bovenhaven en een uitlaat bij het Galgenveld. Dit werd de "Spuisloot" genoemd. Het doel was om deze sloot regelmatig schoon te spoelen. Door het geringe verval heeft dit nooit goed gewerkt.
Na diverse plannen in de tachtiger en negentiger jaren van de negentiende eeuw, waren in 1895 de werkzaamheden klaar om deze sloot te vervangen door een riool en daaroverheen een straat aan te leggen. Er werd toen gedacht aan de namen Noorder- en Zuiderbinnensingel voor deze straat. De toenmalige burgemeester L.W. Ebbinge overleed echter plotseling in 1896. De raad heeft toen besloten om deze weg als eerbetoon naar hem te vernoemen. Zo ontstond in Kampen de "Ebbingestraat".
Rond 1955 is het eerste gedeelte van de 1e Ebbingestraat tussen Graafschap en Anjerstraat hernoemd tot Lyceumstraat. De oorspronkelijke Lyceumstraat was door herinrichting van het terrein rond de H.B.S. geen straat meer en men wilde toch de naam in ere houden.
 
Er zijn meerdere verklaringen mogelijk voor de splitsing van de Ebbingestraat in drie delen. Aan het eind van de negentiende eeuw werd de aanduiding van woningen voornamelijk gedaan door aangeven van plaats, wijk en nummer. Een soort kadastrale nummering. Bij de invoering van huisnummers per straat zal een dergelijke driedeling van de Ebbingestraat waarschijnlijk al "van nature" zijn ontstaan.
In 1889 zijn in Kampen de wijknummeringen vervangen door straathuisnummeringen. (Machtiging tot eene nieuwe nummering van de huizen in de gemeente afgegeven in de raadsvergadering van 31 juli 1889.) Die huisnummeringen zijn nog herzien in 1907 en in 1909 waarbij kleine verschillen konden ontstaan.
De 1e Ebbingestraat viel volledig in Wijk I.
De 2e Ebbingestraat viel in Wijk II en in Wijk III. De splitsing lag tussen de Uiterwijksteeg en de Bloemwijk tussen de huidige nummers 35 en 36.
De 3e Ebbingestraat viel volledig in Wijk III. Wel wat lastig vast te stellen want er was in 1889 alleen aan het begin van de straat een beetje bebouwing. Er was dus geen bebouwing die in wijk IV zou kunnen vallen.
Daarnaast werd deze huisnummering per straat al in 1889 ingevoerd en de naam Ebbingestraat is pas in 1897 tot stand gekomen.
Deze hypothese is dus onjuist en kan naar het land der fabelen worden verwezen.
 
Mogelijk heeft de splitsing in drie afzonderlijk genummerde straatnamen te maken met de verdeling van de stad in wijken of espels. Deze wijken zijn nog een uitvloeisel uit de late middeleeuwen. De namen van deze wijken zijn:

  • Boven-espel: tussen Bovenhaven en Geerstraat
  • Horst- of Cellebroeders-espel: tussen Geerstraat en Sint Jacobsteeg
  • Broeder-espel: tussen Sint Jacobsteeg en Houtzagersteeg
  • Buiten-espel: tussen Houtzagersteeg en Buitenhaven
  • de Vrijheid: alle land buiten de stadsmuren
Bij de invoering van wijknummers in plaats van wijknamen zijn dezelfde grenzen gebruikt. Hierbij is de nummering van boven naar beneden gelijk aan respectievelijk I, II, III, IV, V.
In bovenstaande alinea is al aangegeven dat deze grenzen niet overeenkomen met de splitsingen in de Ebbingestraat.
Weer een hypothese ontmaskerd.
 
Een andere veronderstelling als verklaring voor de verdeling van de Ebbingestraat in drie delen is dat het stadspark langs de Ebbingestraat in de 19e eeuw in drie fasen is aangelegd met verschillende landschapsarchitecten. Dit heeft men wellicht in de straatnaamaanduidingen tot uiting laten komen.
 
Nog een andere mogelijkheid is dat de drie zelfstandige sloten elk toch een eigen invloedssfeer hielden. De huidige indeling komt nog steeds overeen met die toenmalige sloten. Het kan echter ook goed zijn dat het gewoon handig bleek te zijn om de lange straat in delen te benoemen. Als markeringspunten waren er toentertijd nog twee middeleeuwse poorten over langs deze straat. Gewoon praktisch denken?
 
De naam "Ebbingestraat" was vastgesteld in de raadsvergadering van 6 januari 1897. In de raadsvergadering van 16 juli 1897 wordt voor een heleboel straten de naam vastgesteld of gewijzigd. Bij de behandeling worden er diverse opgenoemd, waarbij veel zijwegen zijn van de 1e en 2e Ebbingestraat. Bij de discussie over een specifieke naamswijziging van een straat wordt de nummering van de "1e, 2e en 3e Ebbingestraat aan 't Plantsoen" als voorbeeld gebruikt. De burgemeester meldt dat men grote bedenking moet hebben bij het toepassen van dit soort naamgeving voor straten. Voor de lange straat aan 't Plantsoen heeft men geen andere namen voorgesteld voor de verschillende delen uit een gevoel van reverentie voor den overledene, wiens naam indertijd aan deze straat gegeven is.
Helaas is de lijst met voorgestelde namen niet terug te vinden in de raadsstukken. Naar mijn stellige overtuiging is in diezelfde lijst ook de splitsing van de Ebbingestraat in 1e, 2e en 3e Ebbingestraat opgenomen. Hierover was echter geen meningsverschil en dus is daarover geen discussie geweest. Daardoor zullen we ook niet de argumenten te weten komen voor de splitsing bij de poorten.
Deze theorie kan wel verklaren waarom er aan het begin van de 2e Ebbingestraat op de zijmuur van het pand aan de Cellebroedersweg een naambordje zit met "Ebbingestraat" en daarboven een bordje met "2e". Dat lijkt toch te wijzen op een latere toevoeging van het volgnummer aan de straatnaam?
Hoewel in de archieven van de gemeentelijke stukken geen spoor terug is te vinden van het hierboven genoemde voorstel blijkt er nog een andere, zij het informele, bron van informatie te zijn!
In de Kamper Courant van zondag 18 juli 1897, Tweede Blad, wordt verslag gedaan van de raadsvergadering van 16 juli 1897. Bij het punt over de naamgeving van straten is een stuk bijgevoegd dat tussen vierkante haken ( [ en ] ) staat. Dit is naar mijn idee een weergave van de voorgestelde straatnamen met de lokaties waar zij zich bevinden. Ik zal een citaat weergeven van het begin van het stuk en daarna een opsomming van de straten die verderop in het stuk worden genoemd.
       "Met het oog op den onhoudbaren toestand waarin het bevolkingsregister verkeert in betrekking tot de straten aan- of in de onmiddeijke nabijheid van de Ebbingestraat, stellen B. en W. voor de verschillende stegen en sloppen in die buurt thans namen te geven. Tevens zal het wenselijk zijn de Ebbingestraat nog nader aan te duiden, door het gedeelte van de HB. school tot Cellespoort te noemen 1e Ebbingestraat; vanaf de Celles- tot de Broederpoort 2e en van daar tot de Kalverhekkenweg 3e Ebbingestraat."
Bloemwijk
Houtwijk
Tuinsteeg
Tulpstraat
Rozenstraat
Dwarsstraat
Hoogstraat
Boomstraat
Weersteeg
Dijkstraat
Valkstraat
Brigittensteeg
Patrimoniumsteeg hernoemen tot Spuistraat
Papensteeg hernoemen tot Schoolstraat
De rest van de verslaggeving is vrijwel gelijk aan de verslaggeving van de raadsvergadering zoals die in het archief terug te vinden is.
 
Voor mensen die zijn geïnteresseerd in een sfeerbeschrijving van de Ebbingestraat kan ik nog de volgende aanbeveling doen:
In de Kamper Courant verscheen onder andere in 1939 elke vrijdag de rubriek 'Kampen voorheen en thans'. In die rubriek zijn door K.(?) zijn jeugdherinneringen beschreven, vaak met historische details.
Zo zijn er ook drie stukken verschenen die over de Ebbingestraat gaan. Op 17 februari 1939 verscheen een stuk met de titel 'Van het bierhuis "Löwenbrau" ', Op 24 februari 1939 een stuk met de titel 'Van de Ebbingestraten (II)' en op 3 maart 1939 een stuk met de titel 'Van de Ebbingestraten (IV) en het Derde Plantsoen'.
In deze drie stukken wordt een wandeling beschreven langs de Ebbingestraten met situaties die de schrijver uit zijn geheugen opdiept. Daarbij worden feiten en volkswijsheden en jeugdervaringen gemengd tot een goed leesbaar stukje.
Exemplaren van deze krant zijn te lezen vanaf microfilm in het archief van de gemeente Kampen, maar zijn ook beschikbaar in het Frans Walkate Archief en misschien ook nog wel elders.


Hieronder volgt een artikel over de naamgeving van de Ebbingestraat. Het betreft hier een citaat uit:

Gezichten
in de straten van Kampen
met een historische beschrijving
   H.W. van der Hoven
   K. Schilder
   D. van der Vlis
1986, ISBN:90 6471 129 1

1e, 2e en 3e Ebbingestraat

Naam vastgesteld bij raadsbesluit van 6 januari 1897

Toen in de tweede helft van de 15e eeuw de stad naar het westen werd uitgelegd, ontstond aan de binnenzijde van de nieuw gebouwde stadsmuur een weg die men aanvankelijk Nieuwe Broekmurenweg of -steeg noemde, omdat de stadsmuren aan de westzijde grensden aan het weidegebied dat men de broeken noemde.

Omstreeks 1600, toen de meeste bolwerken rondom de stad gereed waren, omschreef men onroerend goed niet langer als "staande bij de Nieuwe Broekmurenweg" maar als liggende aan het "Celleboeders-, Broeder-, of Kalverhekkenbolwerk" e.d.

In het begin van de vorige eeuw (19e eeuw) werd het hele gebied van de tegenwoordige Ebbingestraat wel "langs het Bolwerk" genoemd, terwijl men na de aanleg van de plantsoenen meestal sprak over "bij het Plantsoen", in 1844 "aan de Gracht".

Veel bebouwing was er niet langs deze straat; op een plattegrond uit 1849 vindt men slechts huizen dicht bij de Cellebroedersweg en de Broederweg. Het grootste gedeelte van de grond in dit gebied werd ingenomen door boomgaarden, tuinderijen en touwbanen, die bereikbaar waren door bruggetjes over de Spuisloot, een open riool, dat langs een groot gedeelte van de straat liep.

Nog geen vijftig jaar later was dit veranderd, bijna de gehele straat was toen aan de stadszijde volgebouwd met herenhuizen, een enkele boerderij en arbeiderswoningen in de vorm van dwars op de Ebbingestraat staande meest smalle straten. Vanwege de stankoverlast was de Spuisloot tot opluchting van ieder gedempt.

Omstreeks 1890 noemde men de straat de Binnensingel, doch omdat één naam voor deze lange straat in de praktijk misschien moeilijkheden opleverde, stelde men in de raadsvergadering van 19 mei 1896 voor om de straat te onderscheiden in Noorder- en Zuiderbinnensingel.

Een onverwachte, doch treurige gelegenheid om de straat een passende naam te geven, deed zich voor op 24 november 1896. Op die dag overleed burgemeester mr. L.W. Ebbinge (bmr. 1885-1896).
In de gemeenteraadsvergadering van 15 december van dat jaar stelde het raadslid Van Hasselt voor om de straat langs de gedempte Spuisloot, Noorder- en Zuider Mr. Ebbingesingel te noemen. Dit voorstel werd nog even aangehouden, waarna enige tijd later besloten werd de straat gerekend vanaf de H.B.S. te noemen 1e, 2e en 3e Ebbingestraat.

In 1938 werd het wegdek aanzienlijk verbreed en aan de plantsoenzijde voorzien van een fietspad. In 1976 kreeg de Ebbingestraat het aanzien zoals het er nu nog uitziet.

Toevoeging naar aanleiding van bovenstaand stuk en lezing van de notulen van de raadsvergadering:

In de raadsvergadering van 6 januari 1897 werd Ebbingestraat als naam voorgesteld. Er was een kleine discussie of dit geen Ebbingesingel zou moeten worden. De raad was van mening dat er geen sprake was van een singel door de bebouwing aan de ene kant van de straat. Bovendien wilde men geen risico lopen op verwarring van de naam met de bestaande Singel. Er is geen tegenvoorstel uit voortgekomen en dus is de raad accoord gegaan met de naam Ebbingestraat.
In deze raadsvergadering is met geen woord gesproken over een verdeling in twee of drie delen van de straat.
Naar mijn mening is in de raadsvergadering van 16 juli 1897 de splitsing van de Ebbingestraat in 1e, 2e en 3e Ebbingestraat voorgesteld en goedgekeurd.



Burgemeester Mr. L.W. Ebbinge

Schilderij van burgemeester Mr. L.W. Ebbinge in de Trouwzaal van het oude stadhuis. Zoals hierboven al is aangegeven is in Kampen de Ebbingestraat vernoemd naar burgemeester L.W. Ebbinge († 24 november 1896).

Lambert Wicher Ebbinge wordt in Groningen geboren op 3 april 1848 als zoon van Lambertus Ebbinge en Josiene Kuipers.
 
In 1870 is hij preases van de studentenvereniging 'Dicendo discimus' en tevens president van de redactie van de Studenten Almanak. Leuk detail daarbij is dat J. Nanninga Uitterdijk in datzelfde jaar van de studentenvereniging penningmeester was en redactielid van de Studenten Almanak. Deze J. Nanninga Uitterdijk is van 1873 tot zijn 70-jarige leeftijd in 1917 stadsarchivaris geweest van Kampen en is overleden op 27-1-1919.
(In Groningen begint Aletta Henriëtte Jacobs (1854-1929) in 1871 als eerste vrouw een studie aan een universiteit. Zij studeert medicijnen. Zouden bovenstaande heren haar nog gekend hebben?)
 
Hij, Mr. L.W. Ebbinge, trouwt in Groningen op 27 mei 1875 met Margaretha Lubbina Diephuis. Dit is de dochter van Prof. Mr. Dr. Gerhardus Diephuis (1817-1892) en Alagonda Geertruida Hemmes (1817-1868). Zij is geboren in Winschoten op 30 maart 1848.

In Smilde wordt op 18 augustus 1876 hun zoon Lambertus Ebbinge geboren. Van juli 1893 tot juli 1896 verblijft hij in Amsterdam. Deze Lambertus vertrekt uiteindelijk op 17 februari 1897 vanuit Kampen naar Nederlands Oost Indië.
Het was in die tijd gebruikelijk dat de oudste zoon in het leger zijn dienstplicht zou vervullen. Er zijn geen aanwijzingen voor dat dat hier ook het geval is, maar de leeftijd, periode en vervolgaktie lijken wel in die richting te wijzen.

Het echtpaar gaat naar Hoogeveen waar Mr. L.W. Ebbinge van 1876 tot 1885 burgemeester is. Daarnaast is hij advocaat en correspondent van een verzekeringsmaatschappij.
 
In Hoogeveen worden zij ouders van nog drie kinderen:

  • 29 september 1877, Josine Elisabeth Ebbinge
    (vertrekt in 1900 van Kampen naar Arnhem)
  • 20 februari 1881, Gerhard Ebbinge
    († Kampen, 5 december 1898)
  • 10 juni 1885, Alagonda Geertruida Ebbinge
    († Kampen, 25 oktober 1886)
Als adres wordt steeds opgegeven 'De Huizen; A-volgnummer'. Dit volgnummer is drie keer verschillend. 1e=169, 2e=208, 3e=7b. Die laatste moet overeenkomen met het huis dat nu bekend is als 'Hoofdstraat 5'.
 
Hij kocht in 1880 een perceel grond van Jhr.A.W. van Holthe tot Echten en gaf aan de gemeentearchitect Hendrik Egberts Hoegsma opdracht een huis te ontwerpen, dat hem en zijn gezin een waardig onderkomen zou kunnen bieden. Hoegsma liet zien wat hij waard was en ontwierp het huis, dat nu nog de aandacht weet te trekken van veel architectuurliefhebbers. De bouw onderging nogal wat vertraging doordat de grond in het voorjaar van 1881 een paar keer onder water liep. Maar op 14 april 1881 kon de aanbesteding plaats vinden en op 20 mei 1881 kon de 'eerste steen' worden ingemetseld. Later in het jaar kon het pand (nu Hoofdstraat 5) door het burgemeestersgezin worden betrokken.
Na het vertrek van de burgemeester heeft het 100 jaar (1895-1995) dienst gedaan als dokterspraktijk en -woning.
Daarna werd het neoclassicistisch pand van twee verdiepingen een kantoor.
Aan het noordelijke gedeelte van de Hoofdstraat staan enkele fraaie voornamelijk negentiende-eeuwse huizen, gebouwd voor de notabelen van Hoogeveen. Dit deel werd daarom ook wel het 'Heerenstraatje' genoemd.
 
Bij een gebiedsuitbreiding van de bebouwde kom van Hoogeveen in de zestiger jaren van de twintigste eeuw is een straat naar hem vernoemd. (Ebbingestraat)

Vervolgens wordt Mr. L.W. Ebbinge burgemeester van Kampen. Zou J. Nanninga Uitterdijk hier nog iets mee te maken hebben gehad? Hij volgt daarmee burgemeester Mr. S.H. de la Sablonière op die van 1866 tot 1885 burgemeester was van Kampen. (Vrijwel direct na diens eervol ontslag wordt een straat op het Bakkerslandje in het verlengde van de IJsselkade naar hem vernoemd.)
Het hele gezin verhuist per 1 oktober 1885 naar die stad. Het gezin is groter dan alleen het echtpaar en hun kinderen. Bij de eerste inschrijving in de gemeente Kampen worden tegelijk een tante en twee dienstbodes ingeschreven.
De tante, Frederika Antonia Kuipers, geboren op 20 november 1808, blijft tot haar overlijden op 10 maart 1895 ingeschreven bij het gezin Ebbinge.
 
Een jongere zus van zijn echtgenote, Jacoba Henrica Diephuis, geboren in Winschoten op 12 januari 1853, overleed in Kampen op 13 januari 1886 (Jacoba Henderika Diephuis). Als woonplaats wordt Groningen opgegeven in de overlijdensakte. Het adres waar ze overleed, Vloeddijk, wijk I, nummer 412, komt overeen met het huidige Vloeddijk 1. Dat was in die tijd het Pesthuis ofwel stadsziekenhuis.

In Kampen heeft het gezin gewoond aan de Graafschap I-505 (nu 28), De La Sablonièrekade I-894 (nu 17) en aan de IJsselkade II-609 (1889: 28; 1907: 31; 1909: 30).
In 1889 zijn in Kampen de wijknummeringen vervangen door straathuisnummeringen. Die huisnummeringen zijn nog herzien in 1907 en in 1909 waarbij kleine verschillen konden ontstaan. Zo lijkt het voor deze familie alsof ze op vier plekken hebben gewoond aan de IJsselkade. Dit blijkt echter steeds hetzelfde huis te zijn dat nu nog overeenkomt met IJsselkade 30. Het pand is inmiddels meer dan een halve eeuw in gebruik als deel van een hotel.
Het is nog niet duidelijk wanneer de verhuizingen plaatsvonden. Wel kan ik met zekerheid aangeven dat het gezin tijdens de eerste omnummering in 1889 al aan de IJsselkade woonde. Dat pand is door L.W. Ebbinge gekocht voor 12.000,- gulden Nederlands Courant Geld van een tabaksplanter die naar Java was gegaan. De koopakte is op 5 december 1888 getekend. De aanvaarding van het huis was volgens de akte op 1 mei 1889 bepaald. Aan de achterkant was een deur naar de straat die gedeeld werd met de noordelijke buren. In het huis van de noordelijke buren was een welwaterbron die dienst deed voor dat huis en de beide naastliggende huizen, dus ook voor het huis van het gezin Ebbinge. De grond bleef van de gemeente. Hierover werd een grondrente of recognitie betaald van 70 cent per jaar. Vanaf Pasen 1889 is dit voor rekening van de koper.

De jongste dochter, Alagonda Geertruida Ebbinge, overlijdt op 25 oktober 1886, nog geen anderhalf jaar oud.
Na enige jaren wordt er nog een zoon geboren. Op 28 december 1889 ziet Frederik Anton Ebbinge het levenslicht. Hij gaat in 1909 naar Groningen en komt in 1915 terug in Kampen. Hij wordt dan ingeschreven met beroep 'advocaat'. In 1917 vertrekt hij naar Zwolle.

In het gemeentearchief van Kampen heb ik een verwijzing gevonden naar een Lambertus Ebbinge die op 19 januari 1890 is overleden. In de overlijdensakte staat veel informatie. Bij zijn overlijden is hij 80 jaren oud, geboren in Groningen, wonende te Kampen, weduwnaar van Josina Kuipers, zoon van Lambert Wicher Ebbinge en Elisabeth Alingh, beiden overleden. Overleden op zijn huisadres, De La Sablonièrekade 29.
Het blijkt hier dus om de vader van burgemeester L.W. Ebbinge te gaan. In de archieven leken de gegevens te missen wanneer hij en zijn dienstbode in Kampen zijn aangekomen. Er blijkt echter een foutje te zijn gemaakt bij het alfabetisch inbinden van de persoonskaarten. Op 29 april 1888 is de man met een dienstbode van Groningen naar Kampen verhuisd.

In de Kamper Courant van 27 september 1888 staat een artikel dat Mr. L.W. Ebbinge is opgenomen als lid van de Provinciale Staten van Overijssel.
In 1892 schijnt hij als liberaal de verkiezingen voor een plek in de Provinciale Staten te hebben verloren door samenwerking van de christelijke organisaties die een conservatieve tegenkandidaat steunden.
Op 20 augustus 1891 een melding dat in het Staatsblad zijn herbenoeming als burgemeester van Kampen is vermeld.
Zo zijn er nog wel enkele artikelen in de Kamper Courant waar zijn naam in wordt genoemd, maar niet veel.
De artikelen die ik tot nu toe heb gelezen zijn wel interessant maar voegen geen nieuwe feiten toe. Ik zie geen reden om de tekst hier over te nemen.

Op 3 september 1895 ontvangt hij bij het bezoek van Koningin-regentes Emma en Koningin-prinses Wilhelmina een onderscheiding als Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Op 16 juni 1895 overlijdt zijn vrouw Margaretha Lubbina.
Iets meer dan een jaar later, op 2 september 1896, trouwt hij in Groningen met Alagonda Geertruida Diephuis. Ook zij is een jongere zus van zijn eerste vrouw. Alagonda Geertruida is geboren in Winschoten op 7 april 1855.
 
Op 48-jarige leeftijd sterft Mr. L.W. Ebbinge op 24 november 1896. 's Middags is er nog een raadsvergadering waarbij hij is verhinderd wegens ziekte. De raad wenst hem een snelle beterschap toe. De volgende morgen is er een raadsvergadering waarin de brief van de weduwe wordt voorgelezen met de bekendmaking van zijn overlijden.
Zie tevens het krantenartikel (met foto) over zijn overlijden.
Als eerbetoon wordt in de raadsvergadering van 6 januari 1897 de nieuwe straat langs de oude stadswal naar hem vernoemd. De "Ebbingestraat".
Op 9 februari 1897 wordt zijn opvolger, Mr. J.D.Æ. van Blommenstein, als burgemeester van Kampen geïnstalleerd.

Mr. L.W. Ebbinge ligt begraven op de Algemene Begraafplaats van Kampen aan de Plasweg in IJsselmuiden. Er staat in het perk links naast de aula een grafmonument op de plaatsen 115 en 116.
Voorop een tekst:

Mr. LAMBERT WICHER
EBBINGE

Burgemeester van Kampen
Lid der Prov. Staten
van Overijssel
Ridder in de orde van
Oranje Nassau
Op de linkerkant van het monument de tekst:
Geboren
te Groningen
3 april 1848
overleden
te Kampen
24 november 1896
En op de rechterkant van het monument de tekst:
HULDE
van
BURGERIJ
en
VRIENDEN
Alle teksten zijn aangebracht in grote en kleine kapitalen (hoofdletters).
 
Op de achterkant is een relief aangebracht met daarin diverse symbolen. Volgens het artikel in de Kamper Courant van 12 september 1897 waarin de onthulling van het grafmonument wordt beschreven, is dit het familiewapen.

(In de heraldiek wordt een wapenschild beschreven alsof je er achter staat. Degene die er naar kijkt ziet rechts als links en links als rechts.)
Het betreft hier een wapenschild met een accolade-onderkant.
Op het schild staat een verkort hakenkruis afgebeeld van smalle balken. De dwarsbalken aan het einde van elke arm zijn even lang als de armen van het kruis en lopen in de richting van de klok. Elke dwarsbalk heeft aan het eind weer een eigen dwarsbalk die de helft van de eigen lengte is. Hierdoor ontstaan vier vakken met elk een halve open zijde aan een andere kant.
In elk van die vakken staat een groep van zes gelijke stippen. Eén stip staat in het midden. De andere vijf zijn daar direct omheen gegroepeerd waarbij één van die vijf stippen recht boven de centrale stip staat. (Het zou hier om een gestileerde roos of mispel (Gelderse roos) kunnen gaan.)
Midden op de bovenkant van het schild staat een (naar rechts) gewende traliehelm. Op de helm zit een wrong die wat wegheeft van een liggende pluim. De helm is voorzien van een helmkleed dat naar de zijden bladvormig is uitgesneden.
Omdat het hier een stenen grafmonument betreft kan er geen uitspraak worden gedaan over de kleuren.
 
In een artikel uit het Drents Genealogisch Jaarboek 2003 wordt meer informatie gegeven over Drentse Heraldiek. Hierbij wordt genoemd dat van families die een hakenkruis of swastika voerden vaak een Noord-Drentse herkomst is aan te tonen. Dit is ook het geval bij de familie Ebbinge, die een iets afwijkende vorm van de swastika voert, met een extra hoek in de haken. De kleuren van het wapen zijn vier rode rozen en een swastika op zilver.
 
Op plek 117 direct rechts naast het grafmonument ligt een grafsteen met de tekst:
Gerhard Ebbinge
geboren te Hoogeveen
20 februari 1881
overleden te Kampen
5 december 1898
Dit is hoogstwaarschijnlijk het graf van zijn zoon die blijkbaar nog geen 18 jaren oud is geworden.

Zijn weduwe heeft nog lange tijd in Kampen gewoond aan de IJsselkade 30. Door de jaren heen werd het stiller in huis. (Haar laatste inwonende dienstbode werd uitgeschreven in 1919.)
Zij is volgens het bevolkingsregister van Kampen vertrokken op 4 maart 1921 naar Nijmegen, Mariapl. 35.

Een deel van de stamboom van het gezin en de voorouders van L.W. Ebbinge is te vinden op deze stamboom-pagina.


Enkele feitjes over de periode 1885-1896
waarin Mr. L.W. Ebbinge burgemeester was van Kampen
Tot 1932 was "Wien Neerlands Bloed" het officiële volkslied. Dit lied was speciaal geschreven voor de stichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1815.
Om het kapen van schepen met tabak en andere goederen uit de koloniën tegen te gaan werd in maart 1873 door de Nederlandse consul te Singapore een oorlogsverklaring afgegeven aan Atjeh. Deze Atjeh-oorlog heeft uiteindelijk geduurd tot de capitulatie van de opstandige sultan in 1902.
Per 1 mei 1880 werd in Kampen een gemeentelijke reinigingsdienst ingesteld. Die verzorgt voortaan het schoonhouden van de straten. Deze nieuwe instelling wordt ook ingeschakeld bij het tegelijkertijd ingestelde tonnenstelsel, waarmee de gemeente de zorg op zich nam voor het inzamelen van menselijke uitwerpselen. Elk huisgezin kon gratis gebruikmaken van door het stadsbestuur verstrekte drekbakken ofwel wisseltonnen, die enkele malen per week werden geleegd. Dit systeem heeft nog tot ver in de twintigste eeuw dienst gedaan.
Van de 24 stadspompen in Kampen produceerden 21 water met een te hoge concentratie ammoniak. Dit was een gevolg van het constante doorsijpelen van mest naar het grondwater. Nu een besef begon door te dringen dat er verband bestond tussen besmettelijke ziekten en slecht drinkwater moest op een andere wijze in de aanvoer van drinkwater worden voorzien. Op 7 september 1886 beslist de gemeenteraad dat Kampen een eigen drinkwaterleiding krijgt. In Wezep wordt een stuk heidegrond aangekocht en daarop wordt een pompstation gebouwd dat schoon water naar Kampen zou voeren.
De sinds november 1849 regerende Koning Willem III had uit twee huwelijken slechts één dochter. Op 31 augustus 1889 toen prinses Wilhelmina 9 jaar werd, werd Prinsessedag ingevoerd. (Op 6 september 1898 wordt Wilhelmina tot Koningin ingehuldigd en wordt de naam Prinsessedag gewijzigd in Koninginnnedag.)
Koning Willem III was koning tot zijn dood in 1890. Zijn dochter Wilhelmina is dan nog te jong om te regeren. Daarom neemt de tweede vrouw van Koning Willem III, Koningin Emma, als regentes tot 1898 het bewind voor haar dochter waar.
Onderscheidingen in de door Koning Willem II als Groothertog van Luxemburg in 1841 ingestelde Orde van de Eikenkroon werden regelmatig toegekend aan Nederlanders en buitenlandse diplomaten. Door het overlijden van Koning Willem III zonder mannelijke nakomelingen werd Luxemburg een zelfstandige staat. Het gevolg was dat de onderscheidingen in de Orde van de Eikenkroon niet meer konden worden toegekend door het Nederlandse staatshoofd. De behoefte aan een nieuwe, derde, Nederlandse orde werd duidelijk. Die was nodig om met name buitenlandse diplomaten koninklijk te kunnen onderscheiden, maar ook om mensen uit de lagere klassen en standen hiermee een koninklijk schouderklopje te kunnen geven. Op 4 april 1892 - ten tijde van Koningin Emma als Regentes van het Koninkrijk - werd de Orde van Oranje-Nassau ingesteld. Deze Orde is na de Militaire Willems-Orde en de Orde van de Nederlandse Leeuw de derde Nederlandse orde.
Op 29 november 1892 beslist de gemeenteraad van Kampen om de aan het einde van de Oudestraat gelegen, vervallen Hagenpoort in het volgende jaar af te breken. In 1893 wordt die monumentale poort ook inderdaad gesloopt.
Van 2 tot 4 september 1895 brachten Koningin-Regentes Emma en Koningin Wilhelmina een bezoek aan Overijssel. Hierbij werd op 3 september ook Kampen aangedaan. Aan diverse mensen werden bij die gelegenheid onderscheidingen uitgereikt. Ook de stadsarchivaris van Kampen, J. Nanninga Uitterdijk, werd daarbij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.



Een mogelijke herkomst van Ebbinge als naam

De familienaam "Ebbinge" zal toch ook ergens vandaan komen. Vermoedelijk is de naam afgeleid van de naam van een lokatie, een zogenaamde toponiem (in tegenstelling tot patroniem, een naam die van de vaders naam is afgeleid). Onderstaande verhaal is een mogelijke verklaring van de herkomst van de naam Ebbinge in diverse naamsaanduidingen van lokaties. Het is goed mogelijk dat een bewoner van één van dergelijke lokaties die naam heeft gekozen/gekregen als achternaam.
 
De enige plaats in Nederland waar ook nog (een tweetal) Ebbingestraten te vinden is is Groningen. Daar is een Oude Ebbingestraat en een Nieuwe Ebbingestraat. Tevens is er een Ebbingebrug die ongeveer de plaats aangeeft waar vroeger de Ebbingepoort heeft gestaan. (Het huidige Zorgcentrum De Ebbingepoort bestaat uit een verzorgingshuis en 88 aanleunwoningen aan het eind van de Nieuwe Ebbingestraat. Dit is niet de oorspronkelijke lokatie van het poortgebouw.)
Over deze naamgeving is een hypothese van de historicus Naarding beschreven in het boek dat de historie van Groningen beschrijft vanaf 1046.
 
Het is niet uitgesloten dat de oudste vorm Ebbedingastrate met ebbed, 'abt' samenhangt. De uitgang '-ing' werd niet alleen gebruikt in combinatie met persoonsnamen, maar ook met ambtstitels. Met name indien verschillende grondheren in een dorp moesten worden onderscheiden was dit een gangbare wijze van naamgeving. Bekende voorbeelden zijn de vandaag nog aanwezige Pröpstinghof en Bispinghof in Nordwalde, die respectievelijk aan de domproost en de bisschop van Münster behoorden. Voor de hypothese, dat de Ebbingestraat haar naam aan de hof van de Werdense abt en aan de tegenstelling tot de Bisschopshof ontleent, pleit ook het feit dat juist in dit gebied er later geen resten zijn van voormalig Utrechts bezit.
(In 1283 verkocht de abdij van Werden de eigendommen rondom Groningen aan de bisschop van Münster. De bisschop verkocht het jaar daarop een deel van deze goederen aan de Johannieter orde.)


Een kleine inventarisatie van straatnamen waarin 'Ebbinge' voorkomt:
 
(Bron is een oud postcodebestand uit ongeveer 1990. Hierbij zijn dus onbebouwde straten niet opgenomen.)
Kampen;1e Ebbingestraat
Kampen;2e Ebbingestraat
Kampen;3e Ebbingestraat
Staphorst;Ebbinge Wubbenlaan
Zuidlaren;Ebbingekamp
Hoogeveen;Ebbingestraat
Bentveld;Ebbingeweg
Groningen;Nieuwe Ebbingestraat
Groningen;Oude Ebbingestraat

Andere plaatsen waar 'Ebbinge' in voorkomt:
 
(Bron is een internetpagina met telefoonnummers uit 1915 uit de omgeving van Haarlem.)
1047 Meyjes, Dr. W. Posthumus, "de Ebbinge", Bentveldweg, Aerdenhout

Het is niet mijn doel om deze lijst compleet te maken. Ook zal ik geen poging wagen om van al de genoemde vermeldingen te achterhalen waar de oorsprong van de naam ligt. Van enkele vermeldingen is op deze pagina een mogelijke oorsprong van de naam te vinden.


Verantwoording:
Mijn oorspronkelijke doel was het achterhalen van de reden waarom de straat waarin ik woon 'Ebbingestraat' is genoemd en waarom die in drieën is gesplitst. Door dat onderzoek ben ik steeds dieper in een poel met wetenswaardigheden terechtgekomen. Buitengewoon leerzaam en erg interessant, maar het wordt al gauw te breed voor mijn oorspronkelijke doel.
 
© Ik heb in enkele gevallen moeten beloven dat de verstrekte gegevens en beeldmaterialen niet gebruikt zullen worden voor commerciële doeleinden. Ook was ik in enkele gevallen verplicht om bronvermelding toe te passen. Als iemand uit deze pagina informatie overneemt, zou ik het prettig vinden als de betreffende voorwaarden worden gerespecteerd en de bron-vermeldingen ook worden overgenomen.
 
Het is nooit af... Zo zou ik nog wel meer willen toevoegen dat interessant kan zijn voor deze pagina. Ik zou meer willen weten over de werkzaamheden van burgemeester L.W. Ebbinge tijdens zijn periode in Kampen. Wat voor bijzondere dingen heeft hij gedaan dat hij zo geliefd is geweest? Wat is zijn bemoeienis met de Provinciale Staten van Overijssel? Waarom is hij geridderd in de Orde van Oranje Nassau? Wat betekenen de symbolen op het wapenschild op zijn grafmonument?
Misschien is het interessant om meer krantenartikels te lezen die over hem lijken te gaan volgens de indexen?
Zou er meer interessants te vinden zijn in de notariële acten die op zijn naam staan? Bijvoorbeeld wanneer zijn gezin is verhuisd binnen Kampen? Bij doorbladeren van de index van notariële acten waarin zijn naam wordt genoemd blijkt dat zijn naam vooral wordt genoemd in zijn hoedanigheid van burgemeester van de stad Kampen of als bestuurder van het Groot Burgerweeshuis. Ik heb slechts één akte gevonden die hem persoonlijk aanging: de koopakte van zijn huis aan de IJsselkade.
Zijn er enkele belangrijke feiten uit de betreffende periode die een moderne lezer helpen om een beeld van die periode te krijgen?
Hoe is het verder gegaan met de ontwikkelingen rond het beginpunt van de 1e Ebbingestraat waar in de loop der tijd toch substantiële wijzigingen in het stratenplan zijn geweest. Het laagste huisnummer in de 1e Ebbingestraat is nummer 10. Daarna gaat de staat over in het Engelenbergplantsoen. Op dat punt moet een knik hebben gezeten richting de IJssel. Aan de achterkant van de school op nummer 10 ligt nu de Lyceumstraat. Het begin daarvan is oorspronkelijk het begin geweest van de 1e Ebbingestraat. Op de gevel van het eerste huis vanaf de Graafschap kun je nog de gaten zien van het straatnaambordje met daarboven de vier extra gaten voor het later toegevoegde bordje met het rangnummer (1e) van dit stuk Ebbingestraat.
En hoe zit het met de doortrekking van de 3e Ebbingestraat voorbij de Kalverhekkenweg? Het monument dat vanaf de Nieuwe Markt naar het eind van dit stuk weg is verplaatst wordt aangeduid als "op het bolwerk". Toch staat op dezelfde vluchtheuvel een straatnaambordje met aanduiding van de 3e Ebbingestraat. Is er ooit een raadsbesluit geweest om het stuk vanaf de Kalverhekkenweg een naam te geven?
Allemaal zaken die ik wellicht in de toekomst nog verder ga uitdiepen.
Er is een door Emile Moulin in 1909 geschilderd portret van L.W. Ebbinge. Dit is in opslag zolang het oude gemeentehuis van Kampen wordt omgevormd tot stedelijk museum. Ik heb van het Stedelijk Museum Kampen een (digitale) versie van een foto van dat schilderij gekregen. Ondertussen wordt ook bij het Frans Walkate Archief nog eens vrijblijvend gezocht naar een afbeelding van burgemeester Ebbinge.
 
Bronnen: Een groot deel van de informatie op deze pagina is bijeengesprokkeld via algemeen toegankelijke bronnen op internet. Vaak zijn dat pagina's van goedwillende mensen die zelf op onderzoek uit zijn gegaan en daarbij een samenhangend verhaal hebben gebouwd. Ik kan hooguit vermoeden dat een en ander wel klopt.
Ook zijn diverse boeken verschenen over de historie van Kampen en/of de Nederlanden. Zoals het mij paste heb ik meerdere artikelen uit die boeken bij elkaar gezet en er een eigen verhaal van gemaakt. In een enkel geval is een citaat letterlijk overgenomen en daarbij is bronvermelding aanwezig.
Daarnaast heb ik gebruik gemaakt van meer officiële bronnen zoals sites van gemeentes en historische kringen.
In een aantal gevallen heb ik antwoorden gekregen van historici zonder dat ik daar een absoluut waarheidsgehalte aan mag toekennen.
Ook heb ik in een enkel geval informatie gekregen van gemeentelijke ambtenaren. Dit was vaak een beginpunt om zelf verder te zoeken.
Zelf heb ik inmiddels ook enige uren doorgebracht in het gemeentearchief van de gemeente Kampen. Het blijft een blijde verrassing om te zien wat daar aan informatie te vinden is na enig speurwerk.