www.vanterve.nl



Raadsvergaderingen

DatumIndexInv.nr. folio
12-9-1827 Bepalingen wegens het aanleggen van begraafplaatsen GAK 8, 236
  Een besluit van de gedeputeerde staten van den 28en augustus 1827, 1e divisie No10, provinciaal blad No68, nopens het aanleggen van begraafplaatsen buiten de kern der gemeente.
Gedemandeerd aan de Heeren Burgemeester & Wethouders om daaromtrent een voordracht te doen.
 
29-12-1827 Plaats voor een begraafplaats te vinden GAK 8, 281
  Het is moeilijk om een geschikte lokatie te vinden door laagte van het land rondom de stad, men voorziet problemen bij het vervoer der lijken door overstroming der toegangswegen, de vereiste afstand tot de ringmuur is een moeilijk punt. Het voorstel wordt gedaan als minst kwalijke mogelijkheid om Bolwerk No1 bij de Venepoort te bestemmen als begraafplaats.  
23-1-1828 Plaats voor een begraafplaats bepaald GAK 8, 286
  Het meest geschikte terrein is op de Zandberg te IJsselmuiden. Een uitgestrektheid grond zal moeten worden aangekocht, met adjunctie van de Heer R. van Romunde als lid van de kerkelijke commissie der R.C. gemeente.
Burgemeester & Wethouders mogen schikkingen maken en een reglement voordragen.
 
30-7-1828 Kwalificatie tot aankoop van grond verleend GAK 8, 356
  (ongeveer 2500,- gulden)  
16-9-1828 Tarief voor aankoop van grond toegestaan GAK 8, 360
  Een aanschrijving van 3 september 1828 om 2536,- gulden te mogen besteden tot aankoop van gronden voor het nieuw aan te leggen kerkhof.
Goedgekeurd.
 
11-10-1828 Begraafplaats te applaneren GAK 8, 373
  Burgemeester en Wethouders gedemandeerd grond te doen applaneren en een voordragt te doen wegens de kosten die nu verder tot het behoorlijk aanleggen van de begraafplaats zullen vereischt worden.  
22-10-1828 Fonds voor kosten van de nieuwe begraafplaats aan te vragen GAK 9, 2
 
aankoop gronden2536,--
rasterwerk3392,21
applaneren547,85
barenhuisje en hek 1230,--
 -------
Totaal7705,06
Er wordt een post van 8000,-- gulden op de begroting van 1829 geplaatst.
 
22-10-1828 Eigenaars van graven bij advertentie op te roepen GAK 9, 3
  Bij trommelslag en aankondiging op de normale plaats wordt op 8 november 1828 een publicatie gedaan van het stadsbestuur (GAK 832, pagina 396).  
11-11-1828 Applaneren en berasteren der nieuwe begraafplaats besteed GAK 9, 5
 
slechten terrein490,--
rasterwerk2480,--
 
27-11-1828 Fonds voor de nieuwe begraafplaats geaccordeerd GAK 9, 5
  (zie 22-10-1828)  
27-11-1828 Reglement van de nieuwe begraafplaats voorgedragen GAK 9, 7
  Hier staat de rapportage van de commissie met vooraf de uitleg van de keuzes die gemaakt zijn in het reglement. Daarna staat het complete reglement in de notulen!
Rapport en Reglement 1829
 
27-11-1828 C.J. Boele tot directeur van de nieuwe begraafplaats benoemd GAK 9, 23
  Aanstelling Cornelis Johannes Boele tot directeur van de nieuwe begraafplaats.  
24-12-1828 Vernieuwde ordonnantie voor de doodgravers voorgedragen GAK 9, 32
  Door gewijzigde situatie voor doodgravers wordt een verandering/verhoging van de tarieven voorgesteld.  
31-1-1829 Richtige verantwoording der inkomsten van de begraafplaats GAK 9, 35
  Mededeling van provinciale staten over de inrichting van de administratie. Dit is voor kennisgeving aangenomen en doorgegeven aan de financiële commissie.  
31-1-1829 Reglement van de begraafplaats door de gedeputeerde staten goedgekeurd GAK 9, 36
  (zie 27-11-1828)  
28-2-1829 Tarief voor de doodgravers door gedeputeerde staten goedgekeurd GAK 9, 80
  (zie 24-12-1828)  
28-3-1829 Klein hoekje grond voor de toegang tot de begraafplaats aan de Israëlieten afgestaan GAK 9, 101
  Goedgekeurd  
9-5-1829 Verzoek der R.C. gemeente om een gedeelte der begraafplaats GAK 9, 103
  Is zulks gesteld in handen van de commissie tot de begraafplaatsen.  
11-8-1829 Geen grafnaald op de begraafplaats op te rigten GAK 9, 109
  Het reglement van de begraafplaats is opgesteld zodat op de meest onkostbare manier begraven kan worden. Als nu toch iemand een duurdere uitvoering gaat maken zullen wellicht families die dat minder goed kunnen bekostigen het voorbeeld willen volgen. Daarom zal de raad het verzoek "difficulteren" (afwijzen?) en de president van de vergadering zal dat aan de erfgenamen laten weten.  
25-9-1829 Nieuwe begraafplaats vrijgesteld voor omringing met een muur GAK 9, 115
  Toestemming van gedeputeerde staten om de begraafplaats niet te omringen met een muur en tevens wordt berust in het voorgestelde rasterwerk van 2 ellen hoog.  
15-10-1829 Verzoek van doodgravers van verbetering van hunne te geringe verdiensten GAK 9, 129
  Zij zien als oorzaak van hun lagere inkomsten de ingebruikname van de nieuwe begraafplaats.
Het verzoek wordt aan de commissie van de begraafplaats en de financiële commissie overgegeven.
 
28-01-1832 Herbenoeming van de commissie voor de begraafplaats GAK 10
  De heren Mr. F. Lemker, J.J. Gansneb genaamd Tengnagel, J.C. Bijsterbosch en R. van Romunde worden herbenoemd als leden van de commissie voor de begraafplaats.  
GAK = GemeenteArchief Kampen (Nieuw Archief)
...



Vergaderingen van Burgemeester en Wethouders

DatumIndexInv.nr. folio
11-9-1827 Besluit van Gedeputeerde Staten nopens het aanleggen van een begraafplaats buiten de kern GAK 147, 95
  Door naar de Raad  
3-11-1827 Verbod om binnen de stadsmuren en 35 ellen afstand daarbuiten te begraven GAK 147, 126
  Eigenaren van begraafplaatsen en graven worden opgeroepen om gezamenlijk binnen 14 dagen een standpunt te bepalen.  
27-11-1827 Aanvulling besluit Gedeputeerde Staten over aantal zielen GAK 147, 143
  Het getal zielen dat gebruikmaakt van een begraafplaats in de stad is bepalend om te bepalen of toch binnen de stad begraven mag worden. Dit is voor Kampen niet van toepassing en wordt als notificatie gezien.  
27-11-1827 Machtiging voor gemeentebestuur om gronden te kopen GAK 147, 144
  Machtiging van Gedeputeerde Staten voor gemeentebesturen om gronden te kopen of ruilen en geldleningen te doen voor het aanleggen van begraafplaatsen  
15-12-1827 Verslag van de commissie over de begraafplaatsen GAK 147, 158
  Verslag van dhr. Tengnagel van de commissie over de begraafplaatsen. Vrij gedetailleerd stuk. Onder hunnen aandacht is het Kalverhekkenbolwerk en het bastion aan de Veenepoort.  
27-12-1827 Overwegingen over locaties voor begraafplaats GAK 147, 164
  Tekst met overwegingen over (on)mogelijke locaties en uiteindelijk dan maar keuze voor het bolwerk bij de Venepoort, maar dit behoort tot de oude vestingwerken waar de stad niet vrij over mag beschikken.  
14-3-1828 Besluit van Gedeputeerde Staten over aanleg begraafplaatsen GAK 147, 197
  Voor kennisgeving aangenomen.  
15-4-1828 Advies van Gedeputeerde Staten nopens het aanleggen van een algemene begraafplaats GAK 147, 209
   
30-4-1828 Besluit van Gedeputeerde Staten over begraafplaatsen GAK 147, 213
  Voor kennisgeving aangenomen  
30-4-1828 Besluit van Gedeputeerde Staten over particuliere begraafplaatsen GAK 147, 213
  Voor kennisgeving aangenomen  
25-5-1828 Antwoorden van Gedeputeerde Staten op vragen over aanleg begraafplaats GAK 147, 221
  Dit wordt in de Raad ingebracht.  
28-5-1828 Opgave vereischt wegens de aan te leggen kerkhoven GAK 147, 222
  Dit wordt in de Raad ingebracht  
19-6-1828 Gedeputeerde Staten over bouwen in de nabijheid van begraafplaatsen GAK 147,
  Voor kennisgeving aangenomen  
19-6-1828 Albert Zonnenberg verzoekt een afschutting van zijn land GAK 147, 234
  Albert Zonnenberg onder IJsselmuiden verzoekt een behoorlijke afschutting aan zijn land aan de Zandberg omdat veel zand wordt weggenomen.  
12-7-1828 Aanschrijving van Gedeputeerde Staten GAK 147, 241
  Aanschrijving van Gedeputeerde Staten dat de opgave wegens aan te leggen begraafplaatsen voor de 25e dezer maand ingezonden moet zijn.  
16-8-1828 Verbod op zand halen uit gemeentelijke gronden GAK 147, 262
  Verbod voor burgers om zand uit de gemeenschappelijke landerijen te halen.  
9-9-1828 Autorisatie van Gedeputeerde Staten GAK 147, 271
  Autorisatie van Gedeputeerde Staten om ƒ 2536,- te gebruiken voor aankoop van grond voor het aan te leggen kerkhof  
30-9-1828 Inlichtingen van Gedeputeerde Staten over aanleggen van een nieuwe begraafplaats GAK 147, 279
  In advies genomen  
25-10-1828 Verzoek van Hendrikus Ruyl jr. GAK 147, 291
  Verzoek van Hendrikus Ruyl jr. om opziener van de nieuwe begraafplaats te mogen worden.
In beraad bij commissie gegeven.
 
1-11-1828 Melding verzoek van Israëlitische Gemeente GAK 147, 293
  Melding dat de Israëlitische Gemeente aan Z.E. vraagt om bij voortduring gebruik te mogen maken van hun kerkhof.  
2-11-1828 Verzoek van Cornelis Johannes Boele GAK 147, 294
  Verzoek van Cornelis Johannes Boele om opzigter op de nieuwe begraafplaats te mogen worden.
In beraad bij commissie gegeven.
 
7-11-1828 Fonds goedgekeurd door Gedeputeerde Staten GAK 147, 297
  Gedeputeerde Staten geeft toestemming voor een fonds van ƒ 8000,-.
Nu dit in de Raad inbrengen.
 
19-11-1828 Verzoek van B. Mannesse GAK 147, 302
  Verzoek van B. Mannesse, koster van de Buitenkerk, om opzigter van de nieuwe begraafplaats te worden.
In beraad gegeven bij de commissie.
 
5-12-1828 Verzoek Israëlitische Gemeente afgewezen door Gedeputeerde Staten GAK 147, 308
   
23-12-1828 Alvast een begraving op de nieuwe begraafplaats GAK 147, 323
  Er is goedkeuring verleend om secretaris Angier al op de nieuwe begraafplaats te begraven.  
27-12-1828 Vraag aan Gedeputeerde Staten of begraafplaats nu geschikt is voor gebruik GAK 147, 326
   
30-12-1828 Verzoek van Israëlitische Gemeente GAK 147, 327
  Verzoek van Israëlitische Gemeente om een eigen stuk van de begraafplaats te mogen hebben of om subsidie om een eigen begraafplaats te kunnen kopen.  
30-12-1828 Publicatie over de nieuwe begraafplaats gearresteerd GAK 147, 328
   
2-1-1829 Israëliten geen begraafplaats binnen de stad GAK 148, 1
   
20-1-1829 Reglement begraafplaats voorlopig goedgekeurd door Gedeputeerde Staten GAK 148, 10
  Hangende de goedkeuring van de Koning  
29-1-1829 Verantwoording der inkomsten van begraafplaatsen GAK 148, 15
  Besluit van Gedeputeerde Staten voor uniformiteit in rapportages.  
17-2-1829 Tarief voor de doodgravers geapprobeerd GAK 148, 31
   
17-2-1829 Verzoek van de Israeliten om de oude begraafplaats te mogen gebruiken van de hand gewezen GAK 148, 31
   
6-3-1829 Termijn tot het aanleggen begraafplaats verlengd GAK 148, 53
  Mededeling van Gedeputeerde Staten. De termijn is verlengd naar 31-12-1829. Voor Kampen is dit niet meer nodig dus wordt dit ter kennisgeving aangenomen.  
6-3-1829 Bepalingen wegens de reglementen op de begraafplaats GAK 148, 53
  Ook dit is een mededeling van Gedeputeerde Staten. Voor Kampen is inmiddels al een reglement.  
31-3-1829 Grond aan de Israëlitische Gemeente voor de begraafplaats afgestaan GAK 148, 84/85
  Toestemming met korte plaatsbepaling van de grond en voorschrift voor gebruik van de oprit met verbod om rijtuigen of wagens verder te gaan dan tot het hek van de algemene begraafplaats.  
28-4-1829 Verzoek van de R.C. Gemeente om een afzonderlijk perk op de begraafplaats GAK 148, 111
  Naar de Raad  
9-6-1829 beringing der begraafplaatsen GAK 148, 142
  Bericht van Gedeputeerde Staten dat een begraafplaats moet zijn omringd door een muur, palissade of rasterwerk. Een verzoek om dispensatie moet zijn ingezonden voor 15 julij aanstaande.  
18-7-1829 Begraafplaats ook met sloten of heggen te omringen GAK 148, 169
  Mededeling van Gedeputeerde Staten  
11-8-1829 Vergunning tot het oprigten van gebouwen en het graven van putten bij de begraafplaatsen GAK 148, 183
  Gedeputeerde Staten heeft de toestemming om toestemming te geven. Voor kennisgeving aangenomen.  
26-8-1829 Israëlitische Gemeente verzoek om remissie van de recognitie van hun oude begraafplaats GAK 148, 196
  In het rekeningenboek van 1829 staat dat zij ƒ 6,- niet zullen hoeven betalen. Het zal dus wel goedgekeurd zijn.  
8-9-1829 begraafplaats alhier niet te ommuren GAK 148, 205
  Goedkeuring van Gedeputeerde Staten melden in de Raad  
6-10-1829 Beklag der doodgravers wegens geringe verdiensten GAK 148, 228
   
GAK = GemeenteArchief Kampen (Nieuw Archief)
...



Notariële Akten

 
Vanaf het begin van 1828 is de Commissie over de begraafplaats druk bezig geweest om een stuk land op de Hooge Zandberg in IJsselmuiden voor de stad in eigendom te krijgen. In de aktes blijkt dat deze afspraken ook al mondeling zijn gemaakt. Vervolgens is met instemming van de eigenaren het terrein gemarkeerd en is men begonnen met het aanleggen van de begraafplaats. Deze kon dan per 1 januari 1829 volgens Koninklijk voorschrift in gebruik worden genomen. De overdracht van de gronden is achteraf pas bij de notaris via de nodige akten officieel gemaakt.
In de akten is nauwelijks sprake van plaatsaanduidingen. Omdat de stukken land al enige tijd waren afgepaald en in gebruik genomen door de stad Kampen was voor de betrokkenen wel duidelijk om welk land het ging. Uiteraard liggen alle stukken grond op de hooge zandberg in IJsselmuiden. Er zijn twee gevallen waarbij de grond grenst aan land van het stadsziekenhuis. Daarnaast is alleen sprake van land dat grenst aan grond die thans van de stad Kampen is. Er zijn geen kadastrale aanduidingen. (Bestond het kadaster toen eigenlijk al?)
 
DatumNotarisAktenummerInventarisnummer
9-4-1829 F. Rambonnet 1070 GAK 1-544b
Jan Jansen Hugen en mejuffrouw Aaltje Veldhuis, weduwe van Roelof van der Woude, verkopen 820 ellen grond op de Zandberg voor ƒ 550,- aan de stad Kampen.
9-4-1829 F. Rambonnet 1071 GAK 1-544b
Albert Zonnenberg met huisvrouw J. Stevens (Meulens?) verkoopt 4050 ellen bouwland en moesgrond op de Zandberg in IJsselmuiden voor ƒ 1000,- aan de stad Kampen.
9-4-1829 F. Rambonnet 1072 GAK 1-544b
Heer Hendrik Lodewijk Baron van der Merweide verkoopt 57 vierkante roeden of ruim een half bunder grond op de Zandberg in IJsselmuiden aan de stad Kampen voor ƒ 600,- aan de stad Kampen.
20-6-1829 F. Rambonnet 1197 GAK 1-545a
Geertje Damman, weduwe van Albertus van den Berg verkoopt 150 ellen grond op de Zandberg in IJsselmuiden aan de stad Kampen voor ƒ 36,- aan de stad Kampen.
25-8-1829 F. Rambonnet 1240 GAK 1-545a
Toon van de Kolk, met huisvrouw Dirkje Dekker verkoopt 200 ellen bouwland en moesgrond op de Zandberg in IJsselmuiden aan de stad Kampen voor ƒ 48,- aan de stad Kampen.
10-10-1829 F. Rambonnet 1270 GAK 1-545b
De hoogwelgeboren Vrouwe Judith Baronesse van der Merwede, echtgenote van den Hoogedele gestrenge Heer Arie Sels verkoopt 150 ellen hof- en moesland op de Zandberg in IJsselmuiden aan de stad Kampen voor ƒ 75,- aan de stad Kampen.
20-11-1829 F. Rambonnet 1312 GAK 1-545b
Verkoop van grond door Gerrit Rekvelt junior aan de Israëlitische Gemeente te Kampen. Hij verkocht een stuk grond op de zogenaamde hoge zandberg in IJsselmuiden "zoo als tans voorziene buiten begraafplaats van den Israelitische Gemeente is afgeperkt" van 33 ellen lang en 26 ellen breed voor ƒ 175,-. Voor de Israëlitische Gemeente waren de heren David Salomon Stibbe en Salomon Levi van Gendringen aanwezig.
GAK = GemeenteArchief Kampen (Nieuw Archief)
 
Ik ben nog niet aan het totaalbedrag (ƒ 2536,-) dat in de raadsvergadering wordt genoemd voor aankoop van grond voor de stad voor aanleg van de algemene begraafplaats. In het rekeningenboek over 1829 (GAK 1459, 194 t/m 199) worden echter alleen de aankopen van grond genoemd die hierboven al zijn genoemd. Als extra post voor de aankoop wordt nog het bedrag opgenomen voor de notariskosten voor een totaal van ƒ 177,40 en een halve cent.
Het valt wel op dat er een duidelijk verschil in prijs zit voor een edele dame en een weduwe uit het gewone volk. Dit kan overigens ook verklaard worden als hier sprake is van twee verschillende maten die allebeide 'el' heten!
Een eerste indruk doet echter vermoeden dat de grond bij benadering ƒ 0,50 per vierkante meter heeft gekost. Bij de eerste akte is dat echter afwijkend. Die akte is nogal rommelig met doorhalingen van tekst en wijzigingen van oppervlakte en prijs. Bij de akte voor de Israëlitische Gemeente zou je kunnen concluderen dat ze goed hebben onderhandeld.
 
Nu zou ik hier graag een mogelijkheid geven om de diverse maten om te kunnen rekenen naar het huidige metrische stelsel, gebaseerd op de standaard meter. Helaas is de beschreven periode ongeveer het startpunt voor de invoering van het metrische stelsel. Het is niet onmogelijk dat in een enkel geval al de 'el' wordt gelijkgesteld met een meter. De kans is echter veel groter dat hier nog de oude maat voor een 'el' wordt gebruikt, en dat zal ongeveer 69 centimeter zijn. De 'roede' en 'bunder' zijn daarvan afgeleid maar zouden in het metrische stelsel gelijkgesteld kunnen worden aan 'vierkante decameter (are)' en 'vierkante hectometer (hectare)'.
In bovenstaande rij akten is het niet onmogelijk dat juist de twee akten met de familie van der Merwede zijn opgesteld in de nieuwe maatvoering en de andere nog in de oude maatvoering. 'Noblesse oblige.' De adel zal het goede voorbeeld geven.



Rekeningen van de stad Kampen (over de begraafplaats)

 
In de rekeningboeken staan ook nog enkele interessante feitjes over de aanleg en gebruik van de algemene begraafplaats.
Ik kan (nog) geen uitbetalingen vinden van de salarissen van de Direkteur van de Begraafplaats, de doodgravers of de barendragers. Wellicht wordt die complete afhandeling door de Direkteur van de begraafplaats gedaan en het eindresultaat verantwoord bij de Stad.
Zo zou hij volgens het reglement ook de opbrengst in twee delen splitsen en de helft verdelen onder de kerken naar rato van geloofsovertuiging van de begravenen. De tweede helft moet hij afdragen aan de Stad.
In de dagboeken van de Direkteur van de begraafplaats van 1854 tot 1870 is te zien dat het complete "zuivere" bedrag wordt afgedragen aan de stad, en dat de stad dan zorgt voor de uitkering aan de kerken. De berekening van de betreffende bedragen is wel door de Direkteur van de begraafplaats opgenomen in zijn dagboeken.
Om het "zuivere" bedrag te bepalen wordt eerst de vergoeding voor de Direkteur afgetrokken. In de periode waar deze boeken over gaan is dat 12%. Het oorspronkelijke reglement spreek van 10%. Blijkbaar heeft de Direkteur een keer succes gehad bij het vragen om een betere vergoeding.
 
Rekeningen 1829
 
Aan de kant van de inkomsten is een bedrag begroot van ƒ 600,- voor inkomsten uit de begraafplaats. Het bedrag dat wordt afgedragen door J.C. Boele is uiteindelijk ƒ 763,03.
 
Aan de kant van de uitgaven zijn meerdere posten die in aanmerking komen om vermeld te worden.
* Voor de uitkering aan de kerkgebouwen wegens gemis van de begraafplaats is ƒ 300,- begroot. Dit bedrag lijkt volledig aan de Bovenkerk te worden uitgekeerd via dhr. Gansneb genaamd Tengnagel.
* In een andere rubriek worden nog uitkeringen gedaan aan de kerken die te maken hebben met de begravenissen van het jaar 1829. Dit is waarschijnlijk de rest van de opbrengsten van de begraafplaats die boven begroting was ontvangen en waarvan toch nog de helft aan de kerken moest worden uitgekeerd. Hierbij ontvangt de Bovenkerk ƒ 33,40 en de Buitenkerk ƒ 47,81.
* Een laatste rubriek is de verzameling van posten die vallen onder het begrootte bedrag van ƒ 8000,- voor aanleg van de nieuwe algemene begraafplaats.
Betaald aan A. van den Weerd, voor het planeren en verhoogen van de nieuwe begraafplaats ingevolge bestek. ƒ 490,-
Betaald aan W.J. van der Voort voor het omrasteren van de nieuwe begrafplaats op rekening ingevolge bestek. ƒ 1200,-
Betaald aan den Stads Architect N. Plomp voor arbeidslonen aan de arbeiders. ƒ 25,20
Betaald aan Albert Sonnenberg en huisvrouwe Janna Stevens Meulman voor aankoop van eenige grond ingevolge notarieele acte van verkoop. ƒ 1000,-
Betaald aan J.J. Huijer CS voor aankoop van grond ingevolge notarieele acte van verkoop. ƒ 550,-
Betaald aan den Heer H.L. van der Merwede voor aankoop van grond ingevolge notarieele acte van verkoop. ƒ 550,-
Betaald aan den Stads Architect N. Plomp voor arbeidslonen en verschot. ƒ 121,55
Betaald aan den Stads Architect N. Plomp voor arbeidslonen en verschot. ƒ 119,10
Betaald aan Willem Jan van der Voort op rekening van zijne bedongene aangenomene penningen ingevolge bestek hiervoor overgelegd. ƒ 1200,-
Betaald aan W.J. van der Voort tot slot van zijne bedongene aanneminge penningen ingevolge voornoemd bestek. ƒ 80,-
Betaald aan J. Boer voor geleverd plantsoen ƒ 107,20
Betaald aan B.J. van Deursen voor 250 stuks nummerpaaltjes. ƒ 75,-
Betaald aan M.E. van der Wal voor het verven van het hek of rasterwerk in gevolge bestek bij de vorige summette overgelegd. ƒ 75,-
Betaald aan H Meijer voor het verven van de nummerpaaltjes. ƒ 25,04
Betaald aan de H.W.Geb. vrouwe Judith Baronesse van der Merwede, Echtgenote van den Heer A. Sels voor den koopschat van grond ingevolge notarieele acte van verkoop ƒ 75,-
Betaald aan Geertje Damman, Wed. en erfgenaam van Albertus van den Berg voor den koopschat van grond ingevolge notarieele acte van verkoop. ƒ 36,-
Betaald aan Toon van der Kolk voor den aankoop van grond ingevolge notarieele acte van verkoop. ƒ 48,-
Betaald aan den Hr. Notaris F. Rambonnet voor verschotten van Zegels Registratie enz. tot de acten van aankoop van grond voor de begraafplaats ƒ 177,42
en een halve cent
Betaald aan J. van Deurzen voor geleverde nummerpalen. ƒ 90,-
Betaald aan J.S. Werlé voor een geleverd IJzeren hek. ƒ 511,75
Betaald aan H. Meijer voor verven en nummeren van driehonderd en vijf palen ƒ 12,20
 
Rekeningen 1830
 
Aan de kant van de inkomsten is opnieuw een bedrag begroot van ƒ 600,- voor inkomsten uit de begraafplaats. Het bedrag dat wordt afgedragen door J.C. Boele is uiteindelijk ƒ 563,08 en een halve cent.
 
Aan de kant van de uitgaven is voor de uitkering aan de kerkgebouwen wegens gemis van de begraafplaats ƒ 300,- begroot. Bij de verdeling van de opbrengst van de begraafplaats ontvangt de Bovenkerk ƒ 250,95 en de Buitenkerk ƒ 30,60.
 
In 1860 wordt de katholieke begraafplaats van de parochie IJsselmuiden in gebruik genomen. Ook de katholieken uit Kampen worden daar begraven. Na 1861 wordt door de Direkteur van de Algemene Begraafplaats alleen nog maar "Protestant" opgegeven als geloofsbelijdenis van de overledenen. Vanaf 1867 verdwijnen de kolommen voor registratie van de geloofsbelijdenis uit de dagboeken van de Direkteur van de begraafplaats. Of daarna ook geen betalingen meer zijn gedaan aan de kerken moet nog worden uitgezocht.



Rapport en Reglement 1829

In de raadsvergadering van 27 november 1828 wordt een reglement voor de begraafplaats voorgedragen. Vooraf wordt een rapportage gegeven met de argumentering voor sommige keuzes die zijn gemaakt in dit reglement. (GAK 9, folio 7 t/m 23) Het zal dit reglement zijn dat door Gedeputeerde Staten wordt goedgekeurd volgens melding in de raadsvergadering van 31 januari 1829.
- Rapportage
- Reglement
 
Het onderstaande is ontstaan vanaf een aantal foto's van pagina's uit het boek met notulen van de raadsvergaderingen. Hierbij zijn niet alle pagina's even goed leesbaar op de foto's. Bovendien is het niet altijd even eenvoudig om het handschrift te ontcijferen of de spelling te doorzien. Onderstaande is een poging om zo dicht mogelijk bij de originele tekst te komen. Op termijn wil ik deze tekst nog een keer vergelijken met de originele bladzijden.



7
...
De Heeren Gecommitteerden, tot de werkzaamheden van het aanleggen van ene nieuwe begraafplaats, hebben uitgebragt het navolgende rapport.
  Edel Achtbare Heeren!
Wij hebben het genoegen U.E.A. eindelijk kunnen aanbieden het door ons ontworpen reglement voor de begraafnissen op den buiten deze Stad ingerigt wordende begraafplaats, benevens den instructie voor de Direkteur als daarvan onafscheidelijk.
Wij hebben getracht(?) de bepalingen zoo eenvoudig

8
duidelijk te maken als mij mogelijk was, ten einde een ieder zelfs zal kunnen nagaan(?), wat bij het begraven zijner naastbestaanden en vrienden, in acht te nemen is, om de goede orde naa te leven.
Bij het ontwerpen hebben wij vele zwarigheden ontmoet, daar volgens de wensch van het Gouvernement, de overgang tot deze nieuwe verordening, zoo zacht(?) mogelijk behoort te geschieden en derzoo(?) gewone gehegtheid aan de ouden instellingen van het begraven in de kerken, nog bij vele ingezetenen moeijelijk is weg te nemen. Het besluit achter het zulke heilzame bedoelingen door Z.M. genomen, eerst zoo vele jaren door kundigen mannen gewenscht en vooralso(?) vele weldenkenden alsnoodzakelijk beschouwd, ... gewis, also(?) ergens, idem in onze Stad, indien de goede verwagting die wij van de Burgerij vermenen te moeten hebben niet geheel de leus gesteld wordt, uit volledige overtuiging van het nadeelige en ongepaste der begraafnissen in de kerken, met welgevallen vrij algemeen worden aangenomen en de noodzakelijke verordeningen dezer nieuwe inrigting gaarne achtervolgd worden.
Het reglement zelf zal bij U.E.A. weinige ophelderinge behoeven.
De wensch des Konings is dat de begraafplaats, het begraven der dooden, evenals alle andere belangrijke instellingen, geheel aan de zorg der regering blijft toevertrouwd, en wordt dienvolgens ook deselve geheel van wege de regering, op stads kosten, daarge-

9
steld, om zoo wij vertrouwen, op het bepaalde tijdstip tot het bedoelde einde te kunnen dienen.
Volgens het zelfde besluit moet dezelve de ruimte bevatten van vijfmaal de gewone jaarlijksche sterften die nu, volgens een tienjarig resultaat, alhier geen drie honderd bedragende, zouden vijftienhonderd begraafplaatsen voldoende zijn, de nieuw aangelegde bevat echter ruim 4500 graven, of op eene dubbelde diepte 9000 begraafplaatsen en heeft dus eene ruimte groot genoeg om, dat verkiezender, een of meer graven in eigendom te geven, welken dan in het vervolg van tijd uit de verhouding kunnen blijven, welke echter thans, in de beide kerken weigrig(?) meer dan twee honderd bedragen.
Zijne Majesteit wil de kerken en eigenaren der kerkhoven binnen de kom der gemeente, indien mogelijk tegemoet gekomen hebben voor het gemis der gewone retributien of begraafenisgelden; hierin is bij het reglement voorzien en de tegenwoordige eigenaars der kerken en kerkhoven ontvangen in billijken verhouding aandeel der te betalene begraafnisgelden terwijl stadskosten zo om der andere helft wel niet geheel kan schadeloos gesteld worden, echter tegemoet gekomen wordt voor de aanzienlijke uitgave van aanleg en onderhoud der begraafplaats.
Ook de eigenaren van graven kunnen tegen bewijs van eigendom zoovele graven op deze begraafplaats kosteloos bekomen als hij thans in de kerken of op de kerkhoven bezitten, waarvoor aan 's Konings verlangen en de billijkheid wordt voldaan en, met den geest des tijds voortgaande, is dezen begraafplaats in drie Klassen verdeeld zullende alsoo eigenaren van graven in de kerken een gelijke grafruimte in de eerste of hoogste klasse worden aangewezen, de eigenaren

10
van graven op de kerkhoven in de tweede klasse terwijl de derde klasse voor alle anderen zal dienen voor dewelke geen hogere rang wordt begeerd.
De hierbij gevoegde figurative Kaart(?) wil U.E.A een denkbeeld geven van den inrigting welke wij aan deze nieuwe begraafplaats hebben gemeend te moeten geven.
Dezelve is verdeeld in zes perken, waarvan de twee middenste de hoogste of eerste Klasse zullen uitmaken.
De twee achterste perken de tweede Klasse en de twee voorste perken de derde of laagste klasse. In het midden bevind zich eenigzins verhevene rondte, het voornemen der commissie was aldaar geene graven te laten gebruiken ten einde hetzelve vroeg of laat also te kunnen dienen tot het oprigten van een of meerdere zuilen voor mannen die zich, op de een of andere wijze, verdienstelijk mogten gemaakt hebben, en verschaft deze rondte dan ook eene geschikte gelegenheid voor het omrijden der lijkkoets of lijkwagens.
Het denkbeeld der commissie is overigens om zooveel mogelijk eenvormigheid in het uiterlijke der graven te behouden, staande het echter aan de regering, volgens het reglement, altijd vrij van die bepalingen om gewigtige redenen, aftewijken. Wij zouden dus de perken altijd groen willen behouden waardoor het verstuiven van het gulle(?) sand wordt voorgekomen en het onderhoud vereenvoudigt; terwijl echter dan ieder de vrijheid wordt gelaten om zijn graf met eene blauwen altijd gelijkvormige zerk te doen dekken; waarbij begrepen ten dezes oprigten, geen geheele vrijheid te moeten laten, uit vreze dat een grootene den kleinene

11
stenen, of verheveningen, den rustplaats ... ... ontsieren en, in het vervolg, de naasporing der graven moeilijk maken.
Omtrent het begraven der lijken wierden ook nieuwe bepalingen gevorderd(?); de verre afstand der begraafplaats maakt het zeer moeilijk zoo niet onmogelijk de lijken derwaards te dragen, en om hetzij uit weelde het zij om andere redenen, de Burgerij niet in verzoeking te brengen sulks te beproeven, hebben wij gemeend te moeten bepalen, dat alle lijken met een lijkkoets of lijkwagen zullen moeten gebragt worden tot op de begraafplaats; hierdoor kan het getal dragers verminderd worden, en alsoo de kosten welke de lijkkoets of lijkwagen veroorzaakt daardoor worden uitgewonnen.
In het algemeen hebben wij in aanmerking genomen hoe ligtelijk bij het begraven, de weelde de overhand neemt, terwijl, bij het afsterven van gaenige(?) huisvader, dikwijls, eene van alle middelen van bestaan beroofde weduwe, om de eer van eenen braven echtgenoot, zuchten moet over het betalen van zoo geheel nuttelose overtollige begraafniskosten, en het alzoo de plicht der Regering is het ... daarbij, zoo veel mogelijk te keer te gaan.
De kosten dus van de lijkkoets of lijkwagen zullen bij de vermindering van dragers, de tegenwoordigen begraafnissen niet te boven gaan, en de eenvoudigsten welke tot een onser ingezetenen, sedert vele hier wordt in acht genomen, kan dus geene verbetering doen wenschen dat alle lijken in een nieuw graf op eenen dubbelde diepte moeten begraven worden is om de ruimte te winnen, in dit reglement bepaald en wijkt ook niet af van de oude gewoonte, waardoor ook de kosten van een tweede graf wordt uitgewonnen. Eene nieuwe be-

12
paling hebben wij gemeend daarbij te moeten daarstellen tegen het gebruiken namentlijk van hoge of zoogenoemde opgeroefde(?) kisten; deze gewoonte is vele plaatsen in oog van onderhoud ongeoorloofd en uit weelde ingeslopen maakt niet slechts de lijkkiste onnodig zwaar, maar de ondervinding heeft geleerd en leert nog dagelijkes het nadeelige, afzigtelijke en onwelvoegelijke bij hetgeen in het werk gesteld moet worden wanneer de lijkkiste van soms half vergane lijken moeten opengemaakt en met een platte deksel worden gedigt worden, om een tweede lijk in hetzelfde graf te kunnen laten, dus nuttigen bedoeling zal dan ook gewis bij U.E.A. niet uit het oog worden verlooren.
Ter bezorging van al wat tot deze inrigting betrekking heeft is een persoon nodig, geschikt tot het geregeld boekhouden en aan wien de ontvangst der gelden is toevertrouwd; Wij hebben denzelven in het reglement de titel van Direkteur gegeven en den bepalingen vastgesteld naar welke hij zich zal moeten gedragen.
Hem is de zorg aanbevoolen omtrend het ten uitvoer brengen der bepalingen in het reglement voorkomende; hij zal de gewone jaarlijksche onderhoudskosten zoomede alsden retributien voor het begraven ontvangen en verantwoorden, nauwkeurige aantekening houden van alle lijken die begraven worden en het dagelijksen toezigt over de begraafplaats houden.
Het bevragen van een lijkkoets, lijkwagen, lijkbaren en hekjes is bij den commissie een punt van langdurige

13
... overweging geweest, terwijl ons het bestig voorgekomen zulks den direkteur op te dragen, ten einde aan de eene zijde, voortekomen dat niet verschillende ..., in eene verkeerde of te hoge verwagting zich zulks aanschaffen, maar ook om op de betamelijke inrigting van zoodanige lijkkoets en lijkwagen, van wegen de regering, een behoorlijk toezigt te kunnen uitoeffenen; en eindelijk om voor het gebruik daarvan eenige retributien te kunnen vorderen, terwijl hij zelf voor den aanschaffing en het onderhoud, op eene billijke wijze, wordt tegemoet gekomen.
Omtrent de oppasser van de begraafplaats valt niet veel aantemerken; dit in het vervolg van tijd, met de bediening van barendrager te vereenigen zal naar ons oordeel, het geschikste bevonden worden terwijl daarin, tot zoo lang, door de regering, op de best mogelijke wijze, zal behoren voorzien te worden.
Wij hebben gemeend U.E.A. deze inligtingen omtrent het voortedragen reglement te moeten geven, ten einde te juister te kunnen oordeelen over de gronden welke wij bij het ontwerpen van hetzelve hebben be... en achten het onnodig hier meer bij te voegen daar het reglement zelf dezelve genoegzaam doet kennen en wij alzoo Uwe aandacht door herhalingen zouden vrezen te vermoeijen; alleen merken wij aan het spoedig aanstellen van een Direkteur zeer noodzakelijk zal zijn ten einde in tijds met het in order brengen der boeken te kunnen beginnen en de tegenwoordige eigenaren van graven dadelijk anderen op de nieuwe begraafplaats te kunnen aanwijzen en zich de benodigde koets, wagen enz. aan te schaffen.
Wij willen dus nu U.E.A. het ontworpen reglement zelf doen kennen.



14
Reglement en verordenin-
gen voor en betrekkelijk de
nieuwe begraafplaats van
de Gemeente Kampen (be-
volking 7800 zielen.)
 
Art. 1.
 
  De begraafplaats wordt aangelegd, in orden gebragt en onderhouden, geheel ten kosten der stad Kampen en blijft het oppertoezigt over dezelve, evenals over alle andere burgerlijke instellingen, uitsluitend gecommandeerd aan de Stedelijke regering, dezelve wordt daargesteld onder de Gemeente IJselmuiden, op den zoogenaamden hoogen Zandberg, een kwartier hier van de stad.
 
2.
 
Alle lijken, tot welke godsdienstige gezindheid de overledene moge behoord hebben of tot welken Gemeente, zullen op deze begraafplaats kunnen begraven worden, volgens de natemeldene bepalingen.
 
3.
 
De voordeelen of opbrengsten, hierna gespecificeerd, zullen voor den eene helft komen ten voordeele van de stad en voor de andere helft ten voordeele der administratie over de thans bestaande kerken en kerkhoven binnen de stad en zulks naargelang de godsdienstige gezindheid der overledenen, het zij Protestantsche of Rooms katholieke om het even of deselve tot deze of eene andere Gemeente behoorde.
 
4.
 
Den begraafplaats wordt verdeeld in drie klassen, en iedere klasse in twee perken, zullende van het tweede perk in iedere klasse geen gebruik mogen gemaakt

15
worden dan wanneer het andere verbruikt is, naar den orders, in den tijd, door de Regering te geven.
 
5.
 
In den eersten en tweede klasse zullen alleen graven in koop verkrijgbaar gesteld worden, terwijl de derde als minst kostbaarste klasse, voor alle lijken zal gebruikt worden voor welke geen afzonderlijk graf of hogere klasse wordt begeerd.
 
6.
 
De twee middenste perken zullen de eerste klasse uitmaken.
De twee achterste perken de tweede klasse, en
De twee voorste perken de derde of laagste klasse.
 
7.
 
Er zal, aan dat begerende, voor eigene graven in de kerken binnen deze stad, eene geëvenredigde grafruimte op de nieuwe begraafplaats, in de hoogste klasse, kosteloos worden aangewezen, mits jaarlijks voldoende gewone onderhoudskosten zooals hierna wordt opgegeven.
 
8.
 
Aan hen die op een der tegenwoordigen kerkhoven binnen de stad eigen graven hebben, zullen op gelijke wijze, in de tweede klasse graven worden aangewezen en onder dezelfde verpligting de jaarlijksche onderhoudskosten in die klasse.
 
9.
 
Een graf op deze begraafplaats is een el breed en twee ellen vijfentwintig duim lang, en een dubbeld graf alzoo twee naast elkander gelegenen.
 
10.
 
Een enkel graf in de eerste klasse zal in koop moeten kosten tien guldens en in de tweede klasse vier guldens.

16
 
11.
 
Voor het begraven van een lijk in den eerste Klasse zal daarenboven betaald worden zes guldens en in de tweede klasse drie guldens om het even of zulks in een eigen dan wel in een algemeen graf geschiedt.
 
12.
 
In de derde klasse worden geene eigene graven verkocht, maar zullen alle lijken van #1 af achtereenvolgende begraven worden, zoo dat het tweede zal komen op het eerste en zoo vervolgens, zullende van ieder lijk in deze klasse betaald worden drie Guldens, doch van lijken namens den algemeenen onderstand uit de gasthuisen, weeshuizen en Vergaderingen begraven wordende, niets, voor kinderen onder de twaalf jaren, in alle Klassen zal de helft worden betaald.
 
13.
 
Jaarlijks zal door de eigenaren voor onderhoud van de begraafplaats, van ieder enkel graf betaald worden veertig cents in de eerste klasse en vijftien cents in de tweede klasse, welke kosten door den Direkteur, in de maanden Januarij en Februarij zullen moeten opgevorderd worden, en wannier die, vóór den 1en April, niet voldaan zijn, zal zoodanig graf weder aan de stad vervallen.
 
14.
 
Een gekocht graf blijft het eigendom der erfgenamen en naastbestaanden, zoo lang daarvoor de gewone onderhoudskosten worden voldaan en zal het dan ook vrijstaan zoodanig graf weder te verkoopen, zullende betaling zoowel bij verkoop als bij erfenis doorgaande, binnen één jaar moeten overgeboekt worden, bij ... het regt van

17
eigendom, na alvorens door de Direkteur te zijn gewaarschuwd.
 
15.
 
Men zal, zonder voorkennis van de Regering, geene veranderingen aan de graven mogen doen vervaardigen, voor graftombes, grafnaalden, kelders, plantsoen of dergelijke, doch zal men de graven met een blauwe arduin(?) stenen zerk mogen dekken, volgens aan te geven model, en den verpligting om, bij aldien, in het vervolg van tijd den zerken mogten beschadigd worden, dezelve demanderen te doen vervangen of weg tenemen, zullende dezelve anders door den Direkteur worden opgeruimd; terwijl alle veranderingen door eigen werklieden zullen kunnen geschieden, doch altijd onder opzigt van den Direkteur.
 
16.
 
Wanneer voor een lijk van een der stadsingezetenen geen gebruik wordt gemaakt van deze begraafplaats, zullen niet te min, de kosten van begraven, volgens de hoogste klasse, moeten voldaan worden, ten einde daardoor de aanzienlijke kosten van aanleg en onderhoud niet geheel worden ontdoken onverminderd echter zoodanige bepalingen als Z.M. ten dezen zoude willen vaststellen ten aanzien der Israelitische Ingezetenen.
 
17.
 
Van het begraven.
Alle lijken die in een nieuw graf begraven worden, zullen op eene dubbelde diepte moeten geplaatst worden van ten minsten twee ellen onder de oppervlakte, doch zal door de doodgravers, dieswegens, niet meer mogen worden gevorderd.
 
18.
 
Er zullen geen opgeroefde maar slechts platte kisten

18
mogen gebruikt worden voor lijken die na den 31en December 1828 Januarij 1829 begraven worden en ook geen zwaarder hout dan van vier nederlandsche duimen dikten ter de kiste gebruikt mogen worden op eene boete van zes guldens voor elk dezer overtredingen te betalen door den timmerman of maker, ten behoeven van de algemeene armen.
 
19.
 
De lijken zullen alle des ochtends begraven worden en wel: in de maanden Meij, Junij en Julij tusschen vijf en zes uren; in de maanden Maart, April, Augustus en September tusschen zes en zeven uren; in de maanden October en Februarij tusschen zeven en acht uren; en in de maanden November, December en Januarij tusschen acht en negen uren.
 
20.
 
De lijken zullen niet mogen gedragen worden maar met een lijkkoets of wagen tot op de begraafplaats gebragt worden; terwijl echter geene andere rijtuigen dan die tot de begraafplaats behoren, op dezelve zullen toegelaten worden. De kosten van de koets en lijkwagen worden hierna bepaald.
 
21.
 
Men zal niet meer dan zes dragers mogen hebben die het lijk op de begraafplaats, van de koets of wagen nemen en in het graf nederlaten, en aan ieder deszelve niet meer mogen betalen dan twee guldens, en aan de bediender van Policie wanneer die begeerd worden, niet meer dan eene gulden & vijftig cents, op eene

19
boete van vijfentwintig guldens, ten behoeve der algemeene armen voor ieder dezen overtredingen; in bijzondere gevallen echter zal met speciale permissie der Regering, voor zware lijken, hiervan afgeweken kunnen worden.
 
22.
 
Van den Direkteur en den Oppasser.
De Direkteur wordt door de Regering benoemd, en is alsoo een stadsambtenaar en gehouden zich te gedragen naar de orders, welke hem betrekkelijk zijne bediening, vooraf vanwege de Regering, zullen gegeven worden.
 
23.
 
Hij is verpligt boek te houden van alle ontvangsten welke in dit reglement worden opgegeven, hij stort alle vierendeel jaar, in de eerste week der maanden April, Julij, October en Januarij, de halfsheid der ontvangene penningen, te stadskantore en verantwoord de andere halfsheid bij de penningmeester der gezindten tot welken de tegenwoordige begraafplaatsen behoren, in voege alsin Art 3 is bepaald, om het even of derzake voor aankoop begraving, onderhoud of voor het gebruik der lijkkoets of lijkwagen zijn betaald.
 
24.
 
Hij geniet tien ten houden van de onzuivere of geheele ontvangst door hem, bij ieder kwartaal in uitgaaf te hangen(?).
 
25.
 
Hij zal daarenboven bij het begraven van een lijk en het bezorgen van al wat daartoe betrekking heeft, voor zich in rekening mogen brengen
in de eerste klasse één gulden
in de tweede klasse vijftig cents
in de derde klasse vijfentwintig cents

20
en van kinderen onder de twaalf jaar de helft.
Van lijken uit de gasthuizen, van de armen en dergelijke niets.
 
26.
 
Voor het overboeken en alzoo op naam brengen van een eigen graf hetwelk gekocht of geerft wordt, zal hij genieten dertig cents.
 
27.
 
Hij zal nauwkeurig in daartoe aanteleggen registers, volgens opte geven model, moeten aanteekening houden van alle lijken die begraven worden, in de verschillende klassen, met de nodige aanduiding tot welke geloofsbelijdenis de overledene behoorde.
 
28.
 
Hij zal zorgen dat alle lijken, volgens de bestaande verordeningen, in de bestemde graven worden begraven, en alzoo deze volgens de klasse en het nummer aanwijzen.
 
29.
 
Hij zal verpligt zijn aan te schaffen eenen lijkkoets, twee zwarte dekkleden voor de Paarden, een lijkwagen, de nodige baaren en hekjes.
 
30.
 
Hij zal voor het gebruik der koets in rekening brengen vier guldens, half te genieten door hem en half te verantwoorden als in Art. 3 is gezegd, voor het gebruik van den lijkwagen zal hij in rekening brengen, voor lijken in de tweede klassen begraven wordende

21
ééne gulden en vijftig cents, en in de derde klasse éénen gulden, alles te genieten en te verantwoorden alsvoren. Van lijken uit gasthuizen, van de armen en gestichten van liefdadigheid niets.
 
31.
 
Wanneer bij het gebruik der lijkkoets of van den lijkwagen aan hem het brengen van paarden wordt opgedragen, zal hij daarvan mogen declareren alsvolgt.
Voor een lijk in den eerste klasse, voor twee paarden twee gulden.
In de tweede klasse één gulden.
In de derde klasse vijftig cents.
En voor de dekkleden die alleen bij de koets gebruikt worden ééne gulden.
 
32.
 
Onder de orders van den Direkteur zal zijn een oppasser der begraafplaats, op zoodanige voordeelen als in het vervolg zullen bepaald worden. Deze zal de begraafplaats altijd in goede order moeten houden en de perken van onkruid zuiveren en zich voorts gedragen naar de orders die hem, in der tijd, zullen gegeven worden.
 
33.
 
Deze zal de begraafplaats altijd gesloten moeten houden en niet dan om gewigtige redenen aan iemand den toegang vergunnen.
 
34.
 
Hij zal, zoolang daarover geene andere schikkingen gemaakt zijn, voor dit opzigt in billijkheid beloond worden, ten einde zulks, bij enen ... vacature, met de bediening van barendrager te vereenigen.

22
 
35.
 
De instructies voor de aansprekers, doodgravers en barendragers, blijven provisioneels(?) zooals die thans in werking zijn, met zoodanige wijzigingen als volgens den inhoud van dit Reglement noodzakelijk mogte zijn.
 
36.
 
Alle ambtenaren en bedienden in dit Reglement voorkomende, zullen zich verder moeten laten welgevallen de orders die hun vanwege de Regering gegeven zullen worden en nodig zullen geoordeeld worden, tot een rigtige in werking brenging van den nieuwe verordening, en reserveert zich de Raad dit Reglement en verdere instructies na twaalf maanden te revideren(?), en in dezelve zoodanige veranderingen daartestellen als den ondervinding alsdan nodig zal gemaakt hebben.

  Wanneer het reglement door U.E.A. zal zijn geaccordeerd zal de Heer President dezer vergadering behoren verzocht te worden, zulks ten steverigsten aan Z.E. den Heer Goeverneur intezenden(?), om aan Z.M. ter goedkeuring te worden aangeboden, waarna hetzelve kan worden gedrukt en verkrijgbaar gesteld.
En zullen wij alvast(?) behoren gemagtigd te worden om hetzij bij loting of op eene andere wijze de eigenaren welke graven verlangen, dezelve aan tewijzen en toetekennen.

23
Waarvan zich de vergadering, na voorlezens,
heeft geinformeerd, en is den expeditie van het
voorgedragen reglement gecommandeerd aan den Heer
President.



Reglementen 1870

In het gemeentearchief van Kampen vinden we de onderstaande reglementen terug. Zowel in inventarisnummer 828, pagina's 267 t/m 274+, als in inventarisnummer 829, pagina's 286 t/m 293.
- Verordening omtrent het begraven van lijken
- Verordening op de Algemene begraafplaats
- Tarief der begrafenisrechten etc. v/d Algemene Begraafplaats
- Instructie voor den Directeur of Opzichter der Algemene begraafplaats
- Instructie voor den Doodgraver enz. bij de Algemene begraafplaats
 
Onderstaande is overgetypt vanaf foto's van de originele reglementen. De layout is een nagebootste versie. Het lettertype is compleet anders dan in het origineel.


VERORDENING
 
VOOR DE
 
GEMEENTE KAMPEN,
 
REGELENDE
 
HETGEEN IN HET BELANG DER
 
Openbare Orde en Gezondheid
 
BIJ HET
 
BEGRAVEN VAN LIJKEN IS IN ACHT TE NEMEN.
 
KAMPEN
K. van Hulst
1870.



DE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
VAN KAMPEN
  doen te weten, dat krachtens besluit van den Raad dezer Gemeente, in zijne Vergadering van den 28 Junij 1870 is vastgesteld en gewijzigd den 26 Julij 1870, de volgende Verordening:
 
VERORDENING voor de Gemeente
Kampen, regelende hetgeen in
het belang der openbare orde
en gezondheid bij het begraven
van lijken is in acht te nemen.

Art. 1.
 
  De begrafenissen en het vervoeren der lijken in deze gemeente mogen niet anders plaats hebben dan des voormiddags en wel gedurende de maanden April, Mei, Junij, Julij, Augustus en September tusschen zes en tien ure, en gedurende de overige maanden tusschen zeven en elf ure.
  Het juist tijdstip waarop de begrafenis zal plaats hebben, staat geheel vrij ter keuze van de naastbestaanden der overledenen, mits het vertrek van het sterfhuis plaats hebbe niet vroeger dan het vroegste en niet later dan het laatste uur hiervoren bepaald.
  Wanneer echter twee of meer begrafenissen op denzelfden tijd verlangd worden, hebben zij, die in eene

4
 
hoogere klasse begraven, de eerste keus van tijd, terwijl voor het geval deze begrafenissen tot dezelfde klasse behooren, de naastbestaanden van den eerstoverledene de eerste keus van tijd hebben; alles des noods ingeval van verschil ter beslissing van Burgemeester en Wethouders.
  Tijdens het heerschen van eene besmettelijke ziekte wordt de gewone tijd van begraven en het vervoer der lijken tijdelijk door Burgemeester en Wethouders zoodanig gewijzigd of veranderd, als zij in het belang der gezondheid of der openbare orde wenschelijk of nuttig mogten oordeelen. Evenzeer zal de Burgemeester de bevoegdheid hebben de in de eerste alinea genoemde uren te wijzigen, bijaldien de godsdienstige gezindte, waartoe de overledene behoorde, daartoe aanleiding mogt geven.
 
Art. 2.
 
  De lijken van personen boven de twaalf jaren oud zullen niet mogen gedragen worden, maar met een lijkkoets of lijkwagen tot op de begraafplaats van uit het sterfhuis worden vervoerd.
  Hiervan zijn uitgezonderd de lijken uit de buurtschap Brunnepe, van het Kamper-Eiland, den Zwartendijk, het Buitendijks, het Haatland en daarachter gelegen weerden, die door de naastbestaanden des verkiezende met boerenwagens naar de begraafplaats zullen kunnen worden gebragt.
 
Art. 3.
 
  Behoudens het bepaalde in het vorige artikel is het verboden lijken te vervoeren in andere rijtuigen, dan

5
 
die voor dat doel uitsluitend zijn ingerigt en bestemd, en die alvorens door Burgemeester en Wethouders zijn goedgekeurd; het uiterlijk aanzien van die rijtuigen moet hunne bestemming duidelijk doen kennen.
  Het is verboden rijtuigen tot het vervoer van lijken bestemd, tot eenig ander doel te bezigen.
  De lijkbezorger of aanspreker, die zich met de zorg voor de begrafenis belast heeft, of bij gebreke van deze het hoofd van het gezin, is verantwoordelijk en strafbaar bij overtreding der bepalingen van de eerste alinea van art. 2 en de eerste alinea van art. 3; de eigenaar of ondernemer van het rijtuig is strafbaar, wanneer hij dit in dienst heeft gesteld vóór de goedkeuring door Burgemeester en Wethouders, en bij overtreding van alinea 2 van dit artikel.
 
Art. 4.
 
  De lijken die op kosten der gemeente worden begraven, zullen met een daarvoor geschikte lijkwagen naar de begraafplaats worden gebragt.
 
Art. 5.
 
  Het luiden van klokken bij gelegenheid van begraven of vervoer der lijken is verboden.
 
Art. 6.
 
  Er zullen geen andere kisten dan met platte deksels mogen gebruikt worden, vervaardigd van geen zwaarder hout dan ter dikte van vier centimeters en van geen ligter hout dan ter dikte van twee centimeters.
 
Art. 7.
 
  Bij het heerschen van besmettelijke ziekten worden

6
 
bij het vervoeren der lijken in acht genomen de voorschriften door Burgemeester en Wethouders in het belang der openbare orde te geven.
 
Art. 8.
 
  Voor zooveel daartegen bij geene wet, algemeenen maatregel van bestuur of provinciale verordening is voorzien, zullen de overtredingen dezer verordening worden gestraft met eene geldboete van ƒ 3 tot ƒ 25.
 
Art. 9.
 
  Met het opsporen en constateren van de overtredingen dezer verordening zijn belast de ambtenaren in art. 11 van het wetboek van strafvordering genoemd, benevens de agenten der gemeentelijke policie alhier.
 
  Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Overijssel volgens hun berigt van den 4 Augustus 1870, 3de Afdeeling No. 2203/2036, in afschrift medegedeeld.
  En is hiervan afkondiging geschied, waarhet behoort den 7 Augustus 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
S. H. DE LA SABLONIÈRE  
Burgemeester
J. G. HISSINK  
Secretaris


DE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
VAN KAMPEN
doen te weten, dat krachtens de bij besluit van Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Overijssel van den 15 December 1869, 3e Afdeeling, No. 4721/2222 verstrekte magtiging door den Raad dezer Gemeente in zijne Vergadering van den 28en Junij 1870, gemeenschappelijk met den Raad der Gemeente IJsselmuiden is vastgesteld de volgende verordening:
 
VERORDENING voor de Gemeen-
ten Kampen en IJsselmuiden,
houdende bepalingen in het be-
lang der openbare orde en ge-
zondheid op de algemeene be-
graafplaats der Gemeente Kam-
pen, gelegen in de Gemeente
IJsselmuiden.

Art. 1.
 
  De begrafenissen mogen niet anders plaats hebben dan des voormiddags en wel gedurende de maanden April, Mei Junij, Julij, Augustus en September tusschen zes en tien ure en gedurende de overige maanden tusschen zeven en elf ure.
  Tijdens het heerschen van eene besmettelijke ziekte

8
 
of bijaldien de godsdienstige gezindte, waartoe de overledene behoorde, daartoe aanleiding mogt geven, kan de gewone tijd van begraven door de Burgemeesters der beide gemeenten in gemeen overleg zoodanig gewijzigd of veranderd worden, als zij in het belang der gezondheid of der openbare orde wenschelijk of nuttig mogten oordeelen.
 
Art. 2.
 
  De eerste kist moet minstens op eene diepte van twee meters en twee decimeters in het graf worden nedergelaten.
 
Art. 3.
 
  Het is alleen aan de doodgravers of hunne bedienden veroorloofd eenig graf op de algemeene begraafplaats met voorkennis van den Directeur of Opzigter te openen of te vullen, terwijl zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders der gemeente Kampen op de graven geene zerken, monumenten, als graftombes of grafnaalden, zuilen of andere verhevene of opstaande gedenkteekenen, noch ook boomen of heesters zullen mogen geplaatst worden en evenmin zonder gelijke vergunning kelders onder dezelve aangelegd.
 
Art. 4.
 
  Voor zoveel daartegen bij geen wet, algemeenen maatregel van bestuur of provinciale verordening is voorzien, zullen de overtredingen dezer verordening worden gestraft met eene geldboete van ƒ 10 tot ƒ 25.
 
Art. 5.
 
  Onverminderd de straffen bij deze verordening bepaald, zijn Burgemeester en Wethouders der gemeente Kampen

9
 
bevoegd, tot het ten koste der overtreders doen wegnemen, beletten of verhinderen van hetgeen in strijd met vorenstaande bepalingen op de aan die gemeente behoorende algemeene begraafplaats wordt daargesteld, ondernomen of nagelaten.
  Spoed eischende gevallen uitgezonderd, niet dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd.
 
Art. 6.
 
  Met het opsporen en constateren van de overtredingen dezer verordening zijn belast de ambtenaren in art. 11 van het Wetboek van strafvordering genoemd en de Directeur of Opzigter der begraafplaats.
 
Art. 7.
 
  De kennisgeving bedoeld in de 2e. alinéa van art. 4 der wet van 10 April 1869 (Staats-blad No. 65) wordt niet vereischt bij de begrafenissen op de in deze verordening bedoelde algemeene begraafplaats.
  Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Overijssel volgens hun berigt van den 5 Julij 1870, 3e. Afd. No. 2416/1796 in afschrift medegedeeld.
  En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort den 17 Julij 1870.
 
Burgemeester en Wethouders voornoemd
S. H. DE LA SABLONIÈRE  
Burgemeester
 
J. G. HISSINK  
Secretaris


DE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
VAN KAMPEN
doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente, in zijne vergadering van den 28 December 1869 is vastgesteld het volgende tarief, regelende de betaling der begrafenis- en andere regten voor de algemeene begraafplaats.
 
TARIEF der begrafenis- en
andere regten voor de algemeene
begraafplaats te Kampen.   

a.  Begrafenisrechten
1e Klasse in een eigen graf ƒ 10.
algemeen graf 12.
2e id. in een eigen graf  6.
algemeen graf  7.
3e id. algemeen graf  2.50
  (Voor overledenen beneden de 12 jaren de helft, voor die beneden het jaar een vierde van dat bedrag.)
  Voor het wegnemen en weder leggen van een zerk ƒ 1.25.
  Voor het openen en digten van een grafkelder ƒ 10.
  Eigenaren van gemetselde kelders of andere grafplaatsen mogen tot het wegnemen en weder leggen van de daarop liggende zerk, zoomede bij het openen en digten van gemetselde ingangen, zelven de noodige werklieden in het werk stellen, anders wordt daarin door de zorg van den Directeur tegen den hier bepaalden prijs voorzien.

12
 
  Voor het begraven op buitengewone uren ƒ 10.
  Ingeval eene vervroegde begraving, naar aanleiding van het 3e lid van Art. 6 der Wet van 10 April 1869 wordt gelast, wordt dit verhoogd begrafenisregt niet geheven.
b.  Koopprijs der graven
1e Klasse een graf .  .  .  .  ƒ 10.
2e .  .  .  .   6.
c.  Inschrijven
Voor het inschrijven en overboeken ƒ 1.
d.  Onderhoud
Voor het onderhoud van eigen graven ƒ 0.50.
  Kampen, den 28 December 1869
De Gemeenteraad voornoemd:  
S. H. DE LA SABLONIÈRE
Voorzitter.  
J. G. HISSINK,    
Secretaris.  
  Zijnde voormeld tarief goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 13 Februarij 1870 No. 1.
  En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 6 Maart 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
S. H. DE LA SABLONIÈRE  
Burgemeester
J. G. HISSINK  
Secretaris


Instructie voor den Direkteur
of Opzigter der Algemeene
Begraafplaats      


 
Art. 1.
 
  De Direkteur of Opzigter wordt door den Gemeenteraad benoemd, geschorst en ontslagen en is gehouden de bevelen, welke hem door Burgemeester en Wethouders worden gegeven, voor zooverre niet strijdig met deze instructie, stiptelijk na te leven.
 
Art. 2.
 
  Hij is belast met het handhaven der orde op de begraafplaats en is bij alle ter aarde bestellingen tegenwoordig. Hij zorgt dat alle gereedschappen, als: baren, schoppen, touwen, planken, ladders en wat verder voor het begraven noodig is, die van wege de gemeente geleverd worden, in den vereischten staat zijn, en doet, zoo noodig, aanvrage om levering of herstel.
 
Art. 3.
 
  Hij geeft geen last aan den doodgraver tot het maken van een graf, dan na ontvangst van het in art. 4 der Wet van 10 April 1869 voorgeschreven schriftelijk verlof van den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
 
Art. 4.
 
  Hij houdt eene figuratieve schets van den grond met aanwijzing van de nommers der graven, alsmede een register:

14
 
  a.  van de graven welke verkocht worden in de eerste en tweede klasse, ieder afzonderlijk, met vermelding van die grafruimten, welke tengevolge van wanbetaling der jaarlijksche kosten van onderhoud of van verzuimde overschrijving bij eigendomsovergang, na voorafgaande schriftelijke waarschuwing en aanmaning van hem Direkteur, weder aan de gemeente zullen vervallen zijn.
  b.  van de graven met hunne vakken, klassen, nummers en letters, hunne eigenaren en eigendomsovergangen.
  c.  van de namen en voornamen, den ouderdom, maatschappelijke betrekking en godsdienstige gezindte der begravenen, met aanduiding der klasse en het nummer der grafruimte, zoomede of het lijk is bijgezet in een eigen- of algemeen graf.
  d.  van de opbrengst der begraafplaats naar het tarief.
 
Art. 5.
 
  Hij is namens den Gemeente-Ontvanger belast met de invordering der retributiën, die voor het gebruik der begraafplaats verschuldigd zijn.
 
Art. 6.
 
  Hij maakt op den eersten dag van iedere maand een borderel op van hetgeen over de afgeloopen maand, door hem ten behoeve der gemeente is ontvangen en zendt hetzelve ter verificatie en goedkeuring, met en benevens zijn kasboek, aan Burgemeester en Wethouders in. Terstond na goedkeuring stort hij de daarbij aangewezen som ten kantore van den Gemeente-Ontvanger.
 
Art. 7.
 
  Buiten den tijd dat de begraafplaats voor het ter aarde

15
 
bestellen van lijken geopend is, zorgt hij dat zij steeds gesloten is.
  Burgemeester en Wethouders kunnen echter ook op andere tijden gelegenheid tot het bezoeken der begraafplaats verleenen.
 
Art. 8.
 
  Ingeval van ziekte of andere wettige verhindering, zal hij zich door een geschikt persoon, door Burgemeester en Wethouders vooraf goed te keuren onder zijne persoonlijke verantwoordelijkheid, moeten doen vervangen.
  Ingeval van vacature door overlijden of ontslag zullen Burgemeester en Wethouders in de tijdelijke waarneming kunnen voorzien.
  Bij ziekte of andere wettige verhindering van den doodgraver en barendrager, zal de Direkteur in de tijdelijke waarneming hunner functiën moeten voorzien.
 
Art. 9.
 
  Hij geniet eene jaarwedde van ƒ 350.
 
Art. 10.
 
  Hij legt in handen van Burgemeester en Wethouders den eed af dat hij zijne bediening overeenkomstig zijne instructie of zooals die later zal worden vastgesteld getrouwelijk zal waarnemen.
 
  Aldus vastgesteld door den Gemeente Raad van Kampen in zijne vergadering van den 28 December 1869.
 
Burgemeester en Wethouders voornoemd
S. H. DE LA SABLONIÈRE  
Burgemeester
 
J. G. HISSINK  
Secretaris


Instructie voor den doodgraver
adsistent en barendrager.


 
Art. 1.
 
  Zij zijn verpligt op aanzage van den Direkteur een graf of graven te maken op de plaats door dezen aan te wijzen en ze, na volbragte ter aarde bestelling, ten spoedigste weder behoorlijk met aarde te digten. Voorts de gereedschappen tot het graven en begraven en de baar te bezorgen, in orde te houden en na hun gebruik dadelijk te bergen, ieder voor zooveel hem aangaat.
 
Art. 2.
 
  Zij worden door Burgemeester en Wethouders benoemd, geschorst en ontslagen.
 
Art. 3.
 
  Zij genieten een jaarwedde als volgt:
De doodgraver  ƒ 250.
De adsistent  200.
De barendrager  100.
 
Art. 4.
 
  Zij volbrengen stiptelijk de bevelen, die hun door den Direkteur der algemeene begraafplaats worden gegeven.
  Aldus vastgesteld door den Gemeente Raad van Kampen in zijne vergadering van den 28 December 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
S. H. DE LA SABLONIÈRE  
Burgemeester
J. G. HISSINK  
Secretaris